vrijdag 30 november 2007


donderdag 29 november 2007

Tears in heaven...

Would you know my name
If I saw you in heaven
Will it be the same
If I saw you in heaven
I must be strong, and carry on
Cause I know I don't belong
Here in heaven

Would you hold my hand
If I saw you in heaven
Would you help me stand
If I saw you in heaven
I'll find my way, through night and day
Cause I know I just can't stay
Here in heaven

Time can bring you down
Time can bend your knee
Time can break your heart
Have you begging please
Begging please

(instrumental)

Beyond the door
There's peace I'm sure.
And I know there'll be no more...
Tears in heaven

Would you know my name
If I saw you in heaven
Will it be the same
If I saw you in heaven
I must be strong, and carry on
Cause I know I don't belong
Here in heaven

Cause I know I don't belong
Here in heaven

Eric Clapton

woensdag 28 november 2007

Afscheid nemen

Afscheid nemen
duurt maar even
- de lengte van een ordinaire brief
minutieus getimed
zakelijk hard geschreven –
Vertrokken ben je immers
lang
de achterdeur ontsloten
een kiertje

Iedereen te laat
die je nog grijpen wil
behalve één…

Je vriend tot leven



dinsdag 27 november 2007

Ik, Voorbij

Elk uur klokt de tijd haar eigen weg
wist elk spoor op dit moment
Elk uur sterft de tijd haar eigen graf
wist eindig wat oneindig was
Elk uur gaapt de wonde open
wist tijd in weten het verleden

Ik, Voorbij ... tot wat nog rest

maandag 26 november 2007

Aristoteles


...

De reden waarom we zoveel weten van Eudoxus' systeem is, omdat Aristoteles (384 - 322 v.C.), werelds beroemdste wetenschapper, dit systeem aanhing. Aristoteles beschouwde het systeem echter niet als een wiskundige benadering van de banen van de hemellichamen, maar als de werkelijkheid. In Aristotoles' ogen bestonden Eudoxus' cirkels écht.

Aristoteles maakte ook een aantal ‘verbeteringen' aan Calippus' werk. Het oorspronkelijke systeem was voor elk lichaam onafhankelijk. Aristoteles veranderde het zodanig dat het een mechanisch model werd waarbij de draaiing van de sfeer van de vaste sterren de andere hemellichamen aandreef. Aan Calippus' model voegde hij maar liefst 22 cirkels toe. Aristoteles' werk was niet bepaald een verbetering te noemen. Het loste ook geen van de tekortkomingen van het oorspronkelijke model op.

Aristoteles probeerde de "cirkelvormige banen" van de lichamen te verklaren door een nieuw element in te voeren, ether. Dit element zou lichter zijn dan de andere vier (water, vuur, lucht en aarde) en cirkelvormig bewegen. Niet alleen de sterren en planeten waren gemaakt van ether, ook de rest van het heelal vanaf de baan van de maan bestond uit (niet overal even zuiver) ether. De aarde was verdorven, de hemel was goddelijk.

Waarom gebruikten de Grieken cirkelvormige banen? Ze wisten dat de aarde een bol was, logischer wijs moest dan ook het heelal een bol zijn. Aristoteles bedacht dat de planeten op kristallijnen (doorzichtige) bollen vast moesten zitten. Ze beweegden in cirkelbanen; cirkelbanen zijn volgens hem de enige bewegingen die eeuwig en onveranderlijk zijn (hij was niet de eerste met dit idee, Pythagoras betoogde dit ook al).

Aristoteles was een wetenschapper in hart en nieren en pakte de meeste problemen met systematiek aan. Het is jammer dat hij dat met de astronomie niet deed. Zijn beweringen waren op geen enkele waarneming of logica gefundeerd. Dat is vooral jammer, omdat Aristoteles' geschriften een enorme autoriteit bezaten.

Zijn beweringen hielden astronomie als wetenschap voor bijna 2 millenia terug. In de 15e eeuw bracht Copernicus het heliocentrische idee weer terug tot leven. Kepler ontdekte dat de planeetbanen niet cirkel- maar ellipsvormig waren en Newton verklaarde dat de bewegingen van de planeten ook zonder ether mogelijk zijn.

Om met de woorden van Lloyd te spreken (Early Greek Science, blz. 99);

Voor meer dan twee duizend jaar, van de 4e eeuw voor Christus tot de 17e eeuw, heeft Aristoteles een niet eerder voorgekomen en onparallele dominantie uitgeoefend op Europese wetenschap en kosmologie.

Dat Aristoteles geen expert was (hij was voornamelijk bioloog) geeft hij zelf toe;

Maar, voor de rest, moeten we deels zelf onderzoeken, deels leren van andere onderzoekers, en als diegene die dit onderwerp heeft bestudeerd, een tegengestelde mening heeft aan wat we nu hebben gesteld, moeten we beide meningen waarderen, maar de meest accurate volgen. (Metaphysics 1073 b 13 ff)

Bron : http://mediatheek.thinkquest.nl/~lla015/Astronomie/Vuurenether2.php
Illustratie : Dantes kosmologie :
www.dbnl.org/.../_die004199301ill15.gif

Geocentrisme


Het wereldbeeld van de middeleeuwen was gebaseerd op het geocentrisch wereldbeeld van de oudheid. Hierbij werd de aarde centraal en onbeweeglijk voorgesteld. Hieromheen bewogen zich respectievelijk de maan, Mercurius, Venus, de zon, Mars, Jupiter, Saturnus en tenslotte de sfeer van de vaste sterren. Daarbuiten en onzichtbaar vanaf de aarde bevond zich de sfeer van de engelen en de andere bewoners van de Christelijke hemel.

De aarde werd als een ronde sfeer beschouwd. De hardnekkige maar onjuiste mythe dat men toen in een platte aarde geloofde is gebaseerd op een 19de-eeuwse misvatting. Dat de aarde rond was was logisch voor een ieder die grote reizen had gemaakt − naar mate men naar het zuiden of naar het noorden reisde, stonden de zon immers hoger of lager aan hemel. Ook vorm van de aardschaduw tijdens een maansverduistering bewees dat de aarde rond was.

De middeleeuwse ‛natuurkunde’ was gebaseerd op die van de Griekse filosoof Aristoteles van Stagira (4de eeuw v.Chr.). Alle verschijnselen in de bovenmaanse wereld waren gebaseerd op cirkelvormige bewegingen en waren onveranderlijk en eeuwigdurend. Alle verschijnselen in de ondermaanse wereld waren gebaseerd op de wisselwerking van materiedeeltjes (samengesteld uit ‛aarde’, ‛water’, ‛lucht’ of ‛vuur’) en waren slechts tijdelijk van duur.

Bron : http://www.phys.uu.nl/~vgent/artes/artesastro.htm

zondag 25 november 2007

The battle for medieval earth

Geocentrisme

Bron:http://www.kennislink.nl

Heliocentrisme

Bron: http://images.google.be

Heliocentrisme


... "Na lang onderzoek ben ik eindelijk tot de overtuiging gekomen: dat de zon een vaste ster is. Dat ze omgeven is door planeten die om haar heen draaien en waarvan zij het middelpunt en de fakkel is; dat er behalve de hoofdplaneten nog planeten van de tweede orde zijn, die eerst als satellieten rond hun hoofdplaneten draaien en samen met hen rond de zon; dat de aarde een hoofdplaneet is, onderworpen aan een drievoudige beweging; dat alle verschijnselen van de dagelijkse en jaarlijkse beweging, de regelmatige terugkeer der seizoenen, alle wisselvalligheden van het licht en van de temperatuur van de atmosfeer die ermee gepaard gaan, het resultaat zijn van de wenteling van de aarde om haar as en van haar periodieke beweging rond de zon; dat de schijnbare loop der sterren slechts een optische illusie is, die teweeggebracht wordt door de werkelijke beweging van de aarde en door de schommelingen van haar as; dat tenslotte de beweging van de planeten aanleiding geeft tot twee soorten verschijnselen, die men zeer goed moet onderscheiden: de ene soort is het gevolg van de beweging van de aarde, de andere soort van de beweging van deze planeten rond de zon. Op die manier heerst de zon, als op een koningstroon gezeten, over heel de sterrenfamilie die haar omringt. "

Nicolas Copernicus



bron: W. Verrelst, De renaissance. Documentatiemappen geschiedenis en maatschappij. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1984, blz. 34.

...
" The massive bulk of the earth does indeed shrink to insignificance in comparison with the size of the heavens. "

Nicolas Copernicus

Bron : http://www.brainyquote.com/quotes/authors/n/nicolaus_copernicus.html

zaterdag 24 november 2007

De revolutionibes orbium coelestium


That Nicholas Copernicus delayed until near death to publish De revolutionibus has been taken as a sign that he was well aware of the possible furor his work might incite; certainly his preface to Pope Paul III anticipates many of the objections it raised. But he could hardly have anticipated that he would eventually become one of the most famous people of all time on the basis of a book that comparatively few have actually read (and fewer still understood) in the 450 years since it was first printed.

Copernicus was bom into a well-to-do mercantile family in 1473, at Torun, Poland. After the death of his father, he was sponsored by his uncle, Bishop Watzenrode, who sent him first to the University of Krakow, and then to study in Italy at the universities of Bologna, Padua and Ferrara. His concentrations there were law and medicine, but his lectures on the subject at the University of Rome in 1501 already evidenced his interest in astronomy. Returning to Poland, he spent the rest of his life as a church canon under his uncle, though he also found time to practice medicine and to write on monetary reform, not to mention his work as an astronomer.

In 1514, Copernicus privately circulated an outline of his thesis on planetary motion, but actual publication of De revolutionibus orbium coelestium (On the Revolutions of the Heavenly Spheres) containing his mathematical proofs did not occur until 1543, after a supporter named Rheticus had impatiently taken it upon himself to publish a brief description of the Copernican system (Narratio prima) in 1541. Most of De revolutionibus requires a great deal of the modem reader, since sixteenth century methods of mathematical proofs are quite foreign to us; this is evident in the section of Book VI that is included. However, Book I and Copernicus' preface are more readily accessible. It must be noted that the foreword by Andreas Osiander was not authorized Copernicus, and that Osiander, who oversaw the book's printing, included it without the author's knowledge and without identifying Osiander as its author.


Bron : http://webexhibits.org/calendars/year-text-Copernicus.html


De revolutionibes orbium coelestium

Hence I feel no shame in asserting that this whole region engirdled by the moon, and the center of the earth, traverse this grand circle amid the rest of the planets in an annual revolution around the sun. Near the sun is the center of the universe. Moreover, since the sun remains stationary, whatever appears as a motion of the sun is really due rather to the motion of the earth. In comparison with any other spheres of the planets, the distance from the earth to the sun has a magnitude which is quite appreciable in proportion to those dimensions. But the size of the universe is so great that the distance earth-sun is imperceptible in relation to the sphere of the fixed stars. This should be admitted, I believe, in preference to perplexing the mind with an almost infinite multitude of spheres, as must be done by those who kept the earth in the middle of the universe. On the contrary, we should rather heed the wisdom of nature. Just as it especially avoids producing anything superfluous or useless, so it frequently prefers to endow a single thing with many effects.


Bron: http://webexhibits.org/calendars/year-text-Copernicus.html

Ad Scribendum

De ganzenveer
krast
de gulden snede
- guillotine
tussen
onpaar heden
en paar verleden –
als nood breekt wet
gebonden in één zin;
in fantasie en inkt
tot Palimpsest
minuscuul
marginaal
vandaag
opnieuw gedicht
verweven.

vrijdag 23 november 2007

De ontdekkers ...


"In medieval times there was a return to the concept of a flat Earth and a dogmatism about the crystalline celestial spheres, here epitomized in a woodcut showing the machinery responsible for their motion discovered by an inquirer who has broken through the outer sphere of fixed stars. Sixteenth century." J.D. Bernal, Science in History, vol. 1 of The Emergence of Science (4 vols)

De ontdekkers - Daniel Boorstin

Bron : http://images.google.be/

Les très riches heures de duc de berry

























Bron: http://users.telenet.be/joosdr/berryfeb.jpg

's Levens felheid



Hoofdstuk I, 'S LEVENS FELHEID

Toen de wereld vijf eeuwen jonger was, hadden alle levensgevallen veel scherper uiterlijke vormen dan nu. Tusschen leed en vreugde, tusschen rampen en geluk scheen de afstand grooter dan voor ons; al wat men beleefde had nog dien graad van onmiddellijkheid en absoluutheid, dien de vreugd en het leed nu nog hebben in den kindergeest. Elke levensgebeurtenis, elke daad was omringd met nadrukkelijke en uitdrukkelijke vormen, was getild op de verhevenheid van een strakken, vasten levensstijl. De groote dingen: de geboorte, het huwelijk, het sterven, stonden door het sacrament in den glans van het mysterie. Maar ook de geringer gevallen: een reis, een arbeid, een bezoek, waren begeleid door duizend zegens, ceremonies, spreuken, omgangsvormen.

Tegen rampen en gebrek was minder verzachting dan nu; zij kwamen geduchter en kwellender. Ziekte stak sterker af bij gezondheid; de barre koude en het bange duister van den winter waren een wezenlijker kwaad. Eer en rijkdom werden inniger en gretiger genoten, want zij staken nog feller dan nu af bij de jammerende armoede en verworpenheid. Een bonten tabbert, een helder haardvuur, dronk en scherts en een zacht bed hadden nog dat hooge genotsgehalte, dat misschien door de Engelsche novelle in de beschrijving der levensvreugde het langst is beleden en het levendigst ingeboezemd. En al de dingen des levens hadden een pronkende en gruwelijke openbaarheid. De leprozen klepten met hun ratel, en hielden ommetochten, de bedelaars jammerden in de kerken en stalden er hun wanstaltigheid uit. Elke stand, elke orde, elk bedrijf was kenbaar aan zijn kleed. De groote heeren bewogen zich nooit zonder pralend vertoon van wapens en livreien, ontzagwekkend en benijd. Rechtspleging, venten van koopwaar, bruiloft en begrafenis, het kondigde zich alles luide aan met ommegang, kreet, klaagroep en muziek. De verliefde droeg het teeken van zijn dame, de genooten het embleem van hun broederschap, de partij de kleuren en blazoenen van hun heer.

Ook in het uiterlijk aanschijn van stad en land heerschte die tegenstelling en die bontheid. De stad verliep niet zooals onze steden in slordig aangelegde buitenwijken van dorre fabrieken en onnoozele landhuisjes, maar lag in haar muur besloten, een afgerond beeld, stekelig van tallooze torens. Zoo hoog en zwaar de steenen huizen van edelen of koopheeren mochten zijn, de kerken bleven met hun hoogte en ruimte den aanblik der stad beheerschen.

Zooals de tegenstelling van zomer en winter sterker was dan in ons leven, zoo was het die van licht en duister, van stilte en gedruisch. De moderne stad kent nauwelijks meer het zuivere donker en de zuivere stilte, het effekt van een enkel lichtje of een enkelen verren roep.

Door het voortdurend contrast, door de bonte vormen, waarmee alles zich aan den geest opdrong, ging er van het alledaagsche leven een prikkeling, een hartstochtelijke suggestie uit, welke zich openbaart in die wankele stemming van ruwe uitgelatenheid, hevige wreedheid, innige verteedering, waartusschen het middeleeuwsche stadsleven zich beweegt.

Er was één geluid, dat al het gedruisch van het drukke leven steeds weer overstemde, en dat, hoe bont dooreen-klinkend, toch nooit verward, alles tijdelijk ophief in een sfeer van orde: de klokken. De klokken waren in het dagelijksch leven als waarschuwende goede geesten, die met bekende stem dan rouw, dan blijdschap, dan rust, dan onrust kondigden, dan opriepen, dan vermaanden. Men kende hen bij gemeenzame namen: de dikke Jacqueline, klokke Roelant; men wist de beteekenis van kleppen of luiden. Men was ondanks het overmatig klokgelui niet verstompt voor den klank. Gedurende het beruchte burgerlijke tweegevecht te Valenciennes, dat in 1455 de stad en het geheele Bourgondische hof in buitengewone spanning heeft gehouden, luidde de groote klok, zoolang de strijd duurde, "laquelle fait hideux à oyr", zegt Chastellain1. "Sonner l'effroy", "faire l'effroy" heet het luiden der alarmklok2. Welk een ontzaglijke bedwelming moet het zijn geweest, als alle kerken en kloosters van Parijs de klokken luidden van den morgen tot den avond, en zelfs den geheelen nacht, omdat er een paus gekozen was, die een einde aan het schisma zou maken, of om een vrede tusschen Bourguignon en Armagnac3.

Huizinga - Herfsttij der Middeleeuwen

Bron: http://www.dbnl.org/tekst/huiz003herf01_01/huiz003herf01_01_0002.htm

Donkere middeleeuwen

De naam "Donkere Middeleeuwen" heeft al vele evoluties doorgemaakt; de definitie is afhankelijk van wie deze definiëert. Moderne geschiedkundigen gebruiken de term niet meer omdat deze zo'n negatieve ondertoon heeft. In het algemeen refereren de Donkere Middeleeuwen aan de periode die volgde op de val van het West-Romeinse Rijk. Dit gebeurde toen de laatste keizer van het Westelijke Rijk, Romulus Augustulus, in 476 na Christus door Odoaker, een barbaar, werd afgezet.

Dit tijdperk werd pas later door mensen als 'donker' of 'duister' bestempeld; de oorzaak hiervan was dat deze periode werd gekenmerkt door gebruiken en praktijken die een stap achteruit leken te zijn. Latere historici gebruikten de term 'donker' gewoonweg om aan te geven dat er weinig over deze periode bekend was; de geschreven geschiedenis over deze periode was bijzonder onvolledig. Recente ontdekkingen, die vele nieuwe feiten over deze tijd naar boven hebben gebracht, hebben dit idee blijkbaar bijgesteld.

De Italiaanse geleerde Francesco Petrarca was de eerste die de term 'Donkere Middeleeuwen' hanteerde. Hij gebruikte deze om zo de Latijnse literatuur uit die tijd aan de tand te voelen; anderen gebruikten zijn idee juist om frustraties over het gebrek aan Latijnse literatuur of andere culturele mijlpalen in deze periode uit te drukken. De naam "Donkere Middeleeuwen" wordt in het algemeen niet meer gebruikt. Meestal wordt deze periode nu aangeduid met de naam "Vroege Middeleeuwen" -- de periode die volgde op het verval van het Romeinse Rijk in de Westerse wereld. De Middeleeuwen als geheel beslaan de periode van ongeveer 400 tot 1000 na Christus.

Bron : http://www.allabouthistory.org/dutch/de-donkere-middeleeuwen.htm

donderdag 22 november 2007

Slag bij Nancy

...Naast de klassieke wapens waarover soldaten in die tijd beschikken (hellebaard, kruisboog, piek) staan in Nancy ook bombardes opgesteld die projectielen tot 300 pond kunnen afvuren. De verdedigers zijn ook uitgerust met primitieve handvuurwapens (serpentijnen). Het zwakke punt in hun verdediging is echter het gebrek aan levensmiddelen waardoor de stad zich na een beleg van een maand aan Karel overgeeft. Op 30 november 1475 trekt hij plechtig de stad binnen en roept zichzelf uit tot hertog van Lotharingen.

Wanneer Karels prestige een deuk krijgt na zijn nederlagen tegen de Zwitserse troepen te Granson en Morat neemt de weerstand van de Lotharingers, mede veroorzaakt door een hogere belastingdruk en het afschaffen van privileges, toe. René II buit deze situatie uit door een aantal steden te heroveren met steun van de Zwitsers en de stad Straatsburg. En ook Nancy geeft zich, na een beleg van enkele weken, op 6 oktober 1476 over. René kondigt een algemene amnestie af.

Karel, die niet ver uit de buurt is, belegert Nancy opnieuw 22 oktober. René II vertrekt naar Zwitserland om steun te zoeken en laat de verdediging van zijn stad over aan 2.000 soldaten uit Lotharingen, Gascogne en de Elzas. Karel staat er ditmaal slechter voor: hij is afgesneden van zijn thuisbasis en 400 van zijn soldaten sterven van de koude. Maar ook de verdedigers hebben het lastig met de winterkoude: door het bevroren water kunnen ze de branden die Karels troepen stichten niet blussen.

Met financiële steun van Lodewijk XI heeft René intussen een troepenmacht van 14.000 man verzameld waarmee hij in januari 1477 Lotharingen binnentrekt. Karel beschikt over 15.000 man waarvan hij de helft verliest door koude en desertie wegens laag moreel. Hij stelt zijn leger op een plaats op die hem weinig bewegingsvrijheid geeft, links van het bos van Saurupt dat hij ten onrechte als ondoordringbaar beschouwt en achter de beek van Jarville.

René laat zijn voorhoede (8.000 Zwitserse landsknechten) door het bos van Saurupt trekken die de cavalerie van Karel uiteen slaan. Ook de rechtervleugel biedt weinig weerstand. Karel probeert de opstelling van zijn troepen te herschikken maar slaagt er niet in. Zijn hoofdmacht in het centrum is nu aan drie zijden ingesloten en valt uiteen. Het garnizoen van Nancy doet een uitval en steekt het Bourgondisch kamp in brand. Karel wordt meerdere malen gekwetst vooraleer hij door de Lotharings edelman Claude de Bauzemont wordt gedood.

René trekt nog dezelfde avond Nancy binnen. Het lichaam van Karel wordt pas op 7 januari, vastgevroren en door de wolven aangevreten in de vijver van St-Jean, teruggevonden. Hij wordt te Nancy begraven in het collegium Saint-Georges. Keizer Karel V zal later zijn lichaam laten overbrengen naar Vlaanderen. Hij ligt sindsdien begraven in een praalgraf in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Brugge.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Nancy

What we do in life ...



What we do in life echoes in eternity


Maximus: Gladiator

woensdag 21 november 2007

Het gulden vlies


Het Gulden Vlies is de gouden schapenvacht van de god Chrysomallos. Ze behoorde eigenlijk toe aan de gouden ram die de kinderen van koning Athamas, Phrixus en Helle verjoeg, in opdracht van Athamas' nieuwe vrouw, Ino. Toen Phrixus en Helle aankwamen, offerde Phrixus de ram, en hing de gouden vacht op. Het gulden vlies was het doel van een queeste ondernomen door Jason en de Argonauten. Het vlies was in het bezit van Aietes die Jason drie opdrachten gaf teneinde het vlies te verkrijgen.

  • toom de vuurspuwende stieren in en ploeg hiermee een veld om
  • plant drakentanden, en versla het leger dat uit deze drakentanden groeide (dat deed Jason door een rotsblok in hun midden te gooien)
  • versla de altijd wakende draak die het vlies bewaakt

Bij het uitvoeren van de opdrachten kreeg Jason hulp van Medea, zijn geliefde, de dochter van Aietes. Nadat Jason en de Argonauten het vlies veroverden zette de koning de achtervolging in langs twee kanten, maar uiteindelijk kwamen de Argonauten toch in Pagasai aan waar ze ook hun reis begonnen, doordat ze koning Aietes met een list op afstand wisten te houden. Ze wierpen hiertoe de lichaamsdelen van Absyrtus, het gedode broertje van Medea overboord, die alle door haar vader werden verzameld, waardoor hij slechts langzaam vooruit kwam.

Jason stierf uiteindelijk toen hij onder het dek van zijn schip sliep dat instortte.


Bron :http://nl.wikipedia.org/wiki/Gulden_vlies_(mythologie)

De Orde werd op 10 januari 1430 in Brugge ingesteld door Filips de Goede, hertog van Bourgondië, bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De Orde van het Gulden Vlies was de tegenhanger van de Engelse Orde van de Kousenband, die uit 1348 dateert. Met de instelling van deze Orde wilde Filips de Goede nog meer aanzien geven aan zijn dynastie. De nieuwe Orde was een select gezelschap waarmee de hertog zijn beste medewerkers en buitenlandse bondgenoten kon eren. De Orde werd erkend door de paus en geniet pauselijke privileges. Een van de voorrechten van de Ridders in deze Orde is dat zij van de paus het recht hebben gekregen om in hun slaapkamer een mis te laten opdragen. Dit voorrecht delen zij met hoge geestelijken en katholieke vorsten.

De Orde bestond aanvankelijk uit dertig ridders en vier officieren: een schatbewaarder, een wapenmeester, een kanselier en een griffier, met aan het hoofd de Hertog van Bourgondië. Het aantal Ridders werd in 1516 uitgebreid naar vijftig. De Heer der Nederlanden was tevens het hoofd van de Orde, dus na Filips de Goede werd deze functie bekleed door achtereenvolgens Karel de Stoute, Filips de Schone, Karel V, Filips II, enzovoort.

De orde verloor zijn grootmeester uit het Huis Valois toen Karel de Stoute sneuvelde in de Slag bij Nancy in 1477. De orde bleef in handen van diens dochter Maria van Bourgondië en haar echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk uit het huis Habsburg. Hierdoor namen de Habsburgers, als opvolgers van de titel "duc de Bourgogne", de soevereiniteit over van de Orde.

In 1516 wijzigde Karel V, keizer van het Heilige Roomse Rijk, koning van Spanje en heer der Nederlanden, de statuten van de Orde en er werden nu vijftig ridders benoemd in plaats van dertig. Dit werd in hetzelfde jaar bevestigd in de bul van Paus Leo X, waarbij tevens de stichting van de orde werd bevestigd door de paus. De bul bevindt zich sinds 1934 in het Haus-, Hof- und Staatsarchiv in Wenen.

De pauselijke privileges, toegekend door de bul van Paus Leo X, tonen aan dat deze Orde in feite een religieuze gemeenschap was. De vergaderingen moesten plaats hebben in een kerk, waarbij de leden van de Orde een gereserveerde plaats hadden in het koorgestoelte - plaatsen anders voorbehouden aan de clerus. Hierdoor vindt men in verschillende kerken de wapenschilden van de ridders van de Orde in het koorgestoelte (Gent, Brugge, Mechelen, Barcelona).

Karel V, keizer van het Heilige Roomse Rijk, koning van Spanje en heer der Nederlanden heeft de Ridders slechts eenmaal tijdens zijn lange regering bijeengeroepen voor een kapittel.Dat werd in Barcelona gehouden. Karel liet de titel van Grootmeester na aan zijn zoon Filips II. Maar ook Karels broer, Ferdinand, die na de abdicatie van Karel V keizer werd, eigende zich het recht toe om ridders in deze orde te benoemen.

De vliesridders waren niet onderworpen aan de wereldlijke rechtsmacht, maar aan het eigen gerecht van de Orde. Tijdens de regering van Filips II werd deze bepaling genegeerd. De veroordeling in 1568 door de "bloedraad" en de daaropvolgende terechtstelling van de graven van Egmond en Hoorne, beiden Ridder van het Gulden Vlies en dus onschendbaar, was immers in strijd met deze bepalingen. Er werden in de daaropvolgende jaren geen kapittelvergaderingen meer gehouden om koning Filips II de schande te besparen hiervoor ter verantwoording geroepen te worden. De gerechtelijke moord op de twee vliesridders belandde in de doofpot.

In de 16e eeuw ontstond dus, naast de Spaanse tak ook een Oostenrijkse tak van de Orde. De Spaanse en Oostenrijkse kanselarijen correspondeerden vruchteloos over deze kwestie totdat in 1700 met de dood van Karel II de Spaanse Habsburgers uitstierven.

Filips van Anjou, kleinzoon van Lodewijk XIV, uit het huis Bourbon, die in 1700 als Filips V koning van Spanje werd, noemde zich, zonder dat hij daar een overtuigend recht op kon doen gelden, grootmeester van deze orde. Oostenrijk protesteerde tevergeefs.

De laatste Habsburgse keizer stierf in 1766. Zijn dochter, keizerin Maria Theresia, erfde van haar vader niet alleen zijn grondgebied maar ook de zeggenschap over de Orde. Het huis Habsburg-Lotharingen erfde aldus de titel met de Oostenrijkse landen en de Oostenrijkse Nederlanden.

Bron :
http://nl.wikipedia.org/wiki/Orde_van_het_Gulden_Vlies


Het gulden vlies

Orde van het Gulden Vlies Orde van het Gulden Vlies

In 143O werd de Orde van het Gulden Vlies ingesteld door Filips De Goede, Graaf van Bourgondië, om zijn talrijke en welvarende domeinen te eren, die onder zijn mandaat werden verenigd en die reikten van Vlaanderen tot Zwitserland.

Net zoals de Deense Orde van de Olifant, is niet geweten waarom Filips dit Gulden Vlies verkoos als het teken en het symbool van zijn Orde. Sommigen menen dat die keuze voortkwam uit de grote welvaart die hij in Vlaanderen verwierf en vooral dankte aan de wol- en lakenhandel, anderen denken aan de verspreiding van het humanisme en de klassieke literatuur, en weer anderen dichten het symbool van Jason toe tegen de aartsengel Gideon.

In zijn jeugd verlangde Filip er steeds naar om ooit op Kruistocht te kunnen gaan naar het Gouden Oosten, en deze wens om in de voetsporen van Jason te treden, die zijn reis met het schip de Argo, naar het Oosten beloond zag in goud, bleef herinneren.

Zoals ook Jason zich omringde van een zeer selecte groep Griekse soldaten (de Argonauten genaamd), waren de gezellen van Filips Orde van het Gulden Vlies, Christelijke half-heiligen.

Bron : http://www.amarcord.be/georgia/gulden.html

dinsdag 20 november 2007

Als ich kan













Het Lam Gods

Jan en Hubert van Eyck

















Bron : http://images.google.com

Filips de Goede


Belgen noemen zichzelf wel eens Bourgondiërs. Daarmee bedoelen we gewoon dat we goed kunnen genieten van het leven, van eten en drinken. Maar van waar komt die verwijzing naar Bourgondiërs? Misschien omdat we ons nog de Bourgondische gloriedagen herinneren, ongeveer vijf eeuwen geleden. Toen bracht hertog Filips de Goede, zoon van Jan Zonder Vrees, de Lage Landen samen in een eenheidsrijk. Qua rijkdom en culturele uitstraling stond zijn hof aan de top en de feesten en banketten waren zonder weerga. Filips de Goede wierp zich ook op als mecenas voor de kunsten. Zijn hof bood onder meer onderdak aan "Lam Gods"-schilder Jan Van Eyck, ook genomineerd voor de Grootste Belg.

In die bloeitijd van de 15e eeuw was politiek nog een strijdtoneel van huwelijken en familiebanden. En Filips de Goede is ambitieus en -ondanks zijn bijnaam- zonder scrupules in het verwerven van grondgebied. Hij krijgt achtereenvolgens Namen, Holland, Zeeland, Henegouwen, Brabant, Limburg en Luxemburg in handen. De hertog verbond de verschillende gewesten door de oprichting van twee centrale raden. De Grote Raad (1445) zorgde voor de centrale rechtspraak, waardoor de macht van de stedelijke rechtbanken werd beperkt. Vanaf 1464 kwamen de Staten-Generaal bijeen voor de uitwerking van een gemeenschappelijk beleid. Dat de steden het niet altijd eens waren met zijn beleid (en zijn belastingen), blijkt uit het protest van Brugge en Gent. Maar hun opstanden haalden niets uit tegen zijn heerschappij. Zijn positie werd algemeen erkend en leverde hem de naam "de Grote Hertog van het Westen" op.

In tegenstelling tot zijn vader maakte Filips de Goede weinig kans om de Franse troon te bestijgen. Wat meteen zijn ambitieuze plannen verklaart: hij wilde zich bewijzen als heerser. Om te tonen dat zijn status gelijk was aan die van een koning richt hij in 1430 de Orde van het Gulden Vlies op. Toetreden tot deze orde was een eer voor zijn beste medewerkers en bondgenoten. Een exclusieve club die hij had gesticht naar het voorbeeld van de Engelse Orde van de Kousenband.

Bron : http://www.degrootstebelg.be/dgb_master/100belgen



Landen van herwaarts over


Honderd jaar voor de onthoofding van Egmond en Horn blies Filips de Goede, hertog van Bourgondië (1396-1467), zijn laatste adem uit. De bijnaam `de Goede', die het nageslacht hem heeft gegeven, wijst al op het voorspoedige van zijn regering. Filips zelf was nog geboren in Dijon, de hoofdstad van het hertogdom Bourgondië. Zijn grootvader had de rijke erfdochter van de graaf van Vlaanderen en Artesië getrouwd. Niet om haar mooie ogen, maar om zelf in het bezit te komen van de rijke graafschappen, die het zwaartepunt van zijn bezittingen naar het Noorden verlegden. Nadat Filips de Goede in 1419 aan het bewind was gekomen, heeft hij zijn bezit vooral in die richting weten te vermeerderen, met het ene vorstendom na het andere: eerst Namen, toen Brabant en Limburg-Overmaas, daarna Holland en Zeeland, en ten slotte nog Luxemburg. En waar opvolging onmogelijk was, in de bisdommen, wist hij zijn bastaardzonen als bisschop te doen kiezen. Zo had Filips de Goede in nog geen halve eeuw het grootste deel van het grondgebied van de huidige Benelux èn delen van het noorden van Frankrijk onder zijn bestuur weten te verenigen. Een gemeenschappelijke naam hadden de verscheidene bezittingen van de Bourgondiër nog niet. Hij heette hertog van Bourgondië en Brabant, graaf van Vlaanderen, Artesië, Henegouwen, Holland, Zeeland, Namen, Luxemburg enzovoort. De benaming `Lage Landen bij de zee' was alleen geografisch juist, maar gold dan niet voor het oude stamland Bourgondië. Zijn bezittingen werden aangeduid vanuit het oogpunt van de hertog zelf, die meestal in Vlaanderen of Brabant verbleef: les pays de par deça, de landen van herwaarts over. Dat wilde niet veel meer zeggen dan `deze landen hier', direct om ons heen. Dit in tegenstelling tot les pays de par delà, de landen van derwaarts over, de landen daar, namelijk het eigenlijke Bourgondië.

Bron : http://dutchrevolt.leidenuniv.nl/Nederlands/verhaal/verhaal01.htm

maandag 19 november 2007

Der Abschied


Auch auf der zweiten Ausstellung im Jahr 1912 der Künstlervereinigung Der blaue Reiter in der Münchner Galerie Hans Goltz wurden Arbeiten von Macke gezeigt. Eine weitere Freundschaft mit dem Franzosen Robert Delaunay brachte ihn in Kontakt mit der abstrakten Malerei. 1913 zog Macke in die Schweiz. Es war ein produktives Jahr für ihn. Seine Arbeiten zeigten die Einflüsse vieler Künstler. Seine Motive waren der Mensch und die Natur.

Während einer kurzen Reise nach Nordafrika bzw. Tunesien zusammen mit Paul Klee und Louis Molliet entstanden zahlreiche beeindruckende Aquarelle. Er produzierte auch viele Skizzen und Fotografien, die er teilweise später als Vorlage für Ölbilder gebrauchte. Er besuchte immer wieder Kandern im Südschwarzwald, wo er zahlreiche Impressionen erhielt. Sein letztes Bild Der Abschied in düsteren Farben schien prophetisch zu sein. Macke wurde am 8. August 1914 zum Kriegsdienst eingezogen und fiel in einem Gefecht am 26. September. Er wurde nur 27 Jahre alt.

August Macke liegt auf dem Soldatenfriedhof von Souain begraben. Auf dem Bonner Alten Friedhof wurde ihm und seiner Frau 1999 ein Gedenkstein nach Entwürfen seines Enkels, Dr. Til Macke, errichtet. Einige seiner Werke wurden postum auf der documenta 1 (1955) und der documenta III im Jahr 1964 in Kassel gezeigt. Am 26. September 1991 wurde das August-Macke-Haus in Bonn im Beisein des späteren Bundespräsidenten und damaligen Ministerpräsidenten von Nordrhein-Westfalen Johannes Rau eröffnet.

Bron: http://de.wikipedia.org/wiki/August_Macke

August Macke : Der Abschied

zondag 18 november 2007

With two camels and a donkey


Klee bestudeerde het Impressionisme van het eind van de 19e eeuw, maar paste het niet direct toe in zijn werk. In 1911 ontmoette hij August Macke, Wassily Kandinsky en Franz Marc. Hij liet zich beïnvloeden door etnografische (primitieve) kunst, door kindertekeningen (zie ook: Karel Appel) en tekeningen van geestelijk gestoorden. In de tweede en laatste tentoonstelling van Der Blaue Reiter in 1912 was Klee met 17 werken vertegenwoordigd. Hij maakte daar kennis met werk van Braque, Picasso en Malevitsj. Hij bracht een bezoek aan Robert Delaunay in Parijs, die kleur het belangrijkste element in de schilderkunst vond. Tijdens een reis van 14 dagen naar Tunis in 1914 met Macke en Louis Moilliet kwam er een doorbraak in het kleurgebruik van Klee. Hij ging steeds kleurrijker schilderen, en maakte ook een stap in de richting van het abstracte. Klee werd ook beïnvloed door zijn collega bij Bauhaus, Johannes Itten, die een invloedrijk werk over kleurenleer heeft geschreven.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Klee

Paul Klee - With two camels ansd a donkey

August Macke



De Duitse expressionist August Macke werd in 1887 geboren in Meschede in het Sauerland. Hij studeerde van 1904 tot 1906 aan de kunstacademie en de kunstnijverheidsschool in Düsseldorf. In deze stad was Macke enige tijd werkzaam als ontwerper voor diverse theatervoorstellingen.
In 1905 maakte Macke zijn eerste reis naar Italë. Een jaar later verbleef hij onder meer in België, Nederland en Engeland. In Parijs raakte Macke bekend met het impressionisme en het fauvisme.
Na een korte schildersstudie aan de schildersschool van Corinth in Berlijn, bezocht August Macke met Koehler Parijs. In 1909 huwde de kunstenaar met Elisabeth Gerhardt. Het echtpaar vestigde zich aan de Tegernsee.
In 1910 verhuisde August Macke naar Bonn, sloot zich aan bij de Neue Künstlervereinigung München en raakte bevriend met de expressionist Franz Marc.
Samen met Franz Marc bezocht Macke Parijs, waar het tweetal onder meer de kunstenaar Delaunay ontmoette.
De stijl van August Macke onderscheidt zich van het werk van andere fauvisten door een zachtere benadering. Het kleurgebruik vertoont overeenkomst met dat van Delaunay. Macke schilderde vooral landschappen en scènes uit het stadsleven.
Samen met Klee en Moillet maakte Macke in 1914 een reis naar Tunesië. Na terugkomst in Duitsland werd Macke opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen. In september 1914 stierf August Macke op het slagveld.

Bron : http://www.cultuurarchief.nl/kunstenaars/mackeaugust.htm

August Macke - Hutladen

zaterdag 17 november 2007

Der Blaue Reiter

Gelbe Kuh 1911
Gelbe Kuh 1911
Marc, Franz

Kandinsky en Fransz Marc zijn de drijvende krachten achter deze kunstenaarsgroepering uit München. De naam is door hen verzonnen in een café. Beiden hielden van blauw, Marc van paarden en Kandinsky van ruiters. Zo ontstond de naam vanzelf, verklaarde Kandinsky ooit.
Het betreft een los samenwerkingsverband van verscheidene kunstenaars die een individuele stijl en visie handhaven. Der Blaue Reiter was oorspronkelijk een almanak die door Wassily Kandinsky en Franz Marc verzorgd was. Zij vormden de redactie van dit blad en organiseerde tentoonstellingen. Het blad werd in 1912 gepubliceerd, maar niet in de hoedanigheid van een almanak. De redactie had in 1911 al een tentoonstelling georganiseerd. Hun tentoonstellingen hadden een internationaal karakter doordat er veel kunstenaars uit Rusland en Frankrijk kwamen. Ook de leden van Die Brücke en de Neue Sezession werden uitgenodigd. P. Klee, A. Macke, A. von Jawelenski, G. Münter, Campendonck, M von Werefkin, Moilliet en Bloé-Niestlé sloten zich aan.

Study for Improvisation VII
Study for Improvisation VII
Kandinsky, Wassily

Als reactie op de door kunstacademies gepropageerde schone vorm, stelt Der Blaue Reiter dat de vorm alleen moet uitdrukken wat de kunstenaarwil belichamen. De aanvang van de eerste wereldoorlog betekende het einde van deze groepering. Marck en Macke sneuvelden in deze oorlog.

Bron: http://www.kunstkennis.nl/kunstgeschiedenis/1890-1940/



vrijdag 16 november 2007

Kriegsneurose

De discrepantie tussen inspanning en zichtbaar resultaat wordt naast andere verklaringen ook wel als reden aangevoerd voor het enorme verschil in geestelijke problematiek tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.

Niet zozeer het geweldspotentieel, niet zozeer het zien sneuvelen van kameraden, maar het al dan niet fictionele idee van absolute zinloosheid en het maar al te non-fictionele idee niet aan het geweld te kunnen ontsnappen, droegen in de Eerste Wereldoorlog bij aan het grote aantal gevallen van shell-shock, Kriegsneurose, chocq du geurre, of, zoals de Vlamingen het noemden, d’n klop. Zij waren met name het gevolg van allerlei vormen van angst, niet te verwarren met lafheid, een angst onder andere gevangen in een tekening van de Duitser Ernst Stadler.

Dat de aard van de oorlog een van de oorzaken van het grote aantal geestelijke problemen was, is ook af te lezen aan de geschiedenis van die oorlog zelf. In 1918 werden de loopgraven verlaten toen eerst de Duitsers wisten op te rukken en daarna de geallieerden het initiatief wisten over te nemen.

Eindelijk was de loopgraafoorlog een ‘war of movement’ geworden. De prijs die daarvoor werd betaald was echter zelfs voor de Eerste Wereldoorlog hoog. Het aantal doden was gigantisch, maar het aantal psychisch gewonden daalde.

Bron: http://www.wereldoorlog1418.nl/somme-2006

Dunkle Fahrt

Die alten Brunnen rauschten wie im Traum
durch fernen Hall vertrauter Abendglocken
und flossen weich ins Dunkel· das den Duft
nachtschwüler Gärten· die ich spät durchwandert·
still atmend trug. Nun tut sich dämmernd auf·
vom schwanken Frühlicht hingetürmt· umwölbt
von Felsenstürzen· purpurtiefen Schluchten·
der letzten Fahrten letzte Ruhestatt:
Mit schwarzem Strom die goldig dunkle Trift.
Die kalten Eisenstufen schreit ich leicht
die leise klirrenden ins Tal· daraus
nicht Rückkehr ist. Nun bette mich
in blauen Schatten blütenloses Land·
traumstarre Flut!
Schon rührt dein schwerer Hauch
mich schauernd an. Schon überweht ein Glanz
mich Trunknen hell wie einer Gottheit Bild
aus blitzendem Gewölk. Schon trübt und wirrt
des Lebens Spiegel fern sich wie ein Traum·
der flatternd zwischen Tag und Dämmer lischt


Ernst Stadler



 

 
Do you think this is a place
abandoned by God?


Have you ever known a place where
God would have felt at home?




Name of the Rose
The Mule track (1918 ) Paul Nash

donderdag 15 november 2007

Genesis


In den beginne schiep God den hemel en de aarde.

De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.

En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.


En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis.

En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.

„The path of the righteous man is beset on all sides by the iniquities of the selfish and the tyranny of evil men. Blessed is he who, in the name of charity and good will, shepherds the weak through the valley of darkness. For he is truly his brother's keeper and the finder of lost children. And I will strike down upon thee with great vengeance and furious anger those who attempt to poison and destroy my brothers. And you will know my name is the Lord when I lay my vengeance upon thee"

Ezekiel 25:17

woensdag 14 november 2007

Apocalypse Now



This war story's screenplay, written by John Milius and Coppola himself (with a separate credit for Michael Herr for Sheen's narration), became a metaphorical backdrop for the corruptive madness and folly of war itself for a generation of Americans. Francis Ford Coppola described his own motivation in the making of the 'quest' film, with elements borrowed from the horror, adventure and thriller genres: "to create a film experience that would give its audience a sense of the horror, the madness, the sensuousness, and the moral dilemma of the Vietnam War." Coppola's masterpiece chronicles the harrowing intersection of optimistic innocence and experiential reality in the Vietnam conflict. Although the film is flawed by its excesses, an ambiguous and incohesive script, and a baffling ending, it still remains a brilliant evocation of the madness and horrors of war.

The film's story, a type of Odyssey story similar to the one in Stanley Kubrick's 2001: A Space Odyssey (1968) and Werner Herzog's Aguirre: The Wrath of God (1972), was indirectly inspired by Joseph Conrad's 1902 novella Heart of Darkness (about a steamer journey up a river into the Congo and African jungle - and into the darkest reaches of the human psyche), and also was derived from Michael Herr's Dispatches. The film tells about US Army assassin Willard's (Sheen) mission, both a mental and physical journey, to 'terminate' dangerously-lawless warlord and former Colonel Kurtz (Brando) who has gone AWOL, become a self-appointed god, and rules a band of native warriors in the jungle. [Incidentally, Orson Welles was director Coppola's first choice for the Kurtz role ultimately played by Marlon Brando. And both Steve McQueen and Harvey Keitel were considered for the Willard role ultimately played by Martin Sheen. A made-for-TV movie adaptation Heart of Darkness (1993), directed by Nicolas Roeg, starred John Malkovich (Kurtz) and Tim Roth (Marlow/Willard).]

Bron : http://www.filmsite.org/apoc.html


Om de werkelijkheid te filmen moet je het realisme laten varen en diep in de mythologie van het Kwaad graven. 'The horror, the horror', kan Marlon Brando - 'jenseits von Gut und Böse' - slechts mompelen aan het slot van Francis Coppola's Apocalypse Now (1979), waartoe Joseph Conrads roman Heart of Darkness de sleutel vormde.

Geen zichzelf respecterende oorlogsfilm kan die les van Coppola meer ongestraft negeren. De initiatieroute van Martin Sheen, die stroomopwaarts naar zichzelf zoekt en de incarnatie van God èn de duivel vindt, is bezaaid met misleidende identificatiemodellen. Het mooiste en meest geïmiteerde is dat van luitenant-kolonel Kilgore (Robert Duvall), die houdt van de geur van napalm in de morgen, surft tussen de mijnen en zijn vliegtuigen op de klanken van Wagners Walkürenrit verderf laat zaaien. Duvall speelde in Coppola's Godfather-cyclus tegenover God-de-vader Brando al net zo'n kille manipulator, de 'consigliere' Tom Hagen, die niet bij de familie hoorde, maar wel het vuile werk opknapte. Duvall is de valse vaderfiguur, die geen genade of introspectie kent: 'The man you love to hate'.


Bron : http://www.nrc.nl/dossiers/50_filmklassiekers/50_filmklassiekers


This is the end


This is the end
Beautiful friend
This is the end
My only friend, the end

Of our elaborate plans, the end
Of everything that stands, the end
No safety or surprise, the end
I'll never look into your eyes...again

Can you picture what will be
So limitless and free
Desperately in need...of some...stranger's hand
In a...desperate land

Lost in a roman...wilderness of pain
And all the children are insane
All the children are insane
Waiting for the summer rain, yeah

The End - The Doors

Intro : Apocalypse Now


Brothers in arms

These mist covered mountains
Are a home now for me
But my home is the lowlands
And always will be
Some day you'll return to
Your valleys and your farms
And you'll no longer burn
To be brothers in arm

Through these fields of destruction
Baptism of fire
I've watched all your suffering
As the battles raged higher
And though they did hurt me so bad
In the fear and alarm
You did not desert me
My brothers in arms

There's so many different worlds
So many different suns
And we have just one world
But we live in different ones

Now the sun's gone to hell
And the moon's riding high
Let me bid you farewell
Every man has to die
But it's written in the starlight
And every line on your palm
We're fools to make war
On our brothers in arms

Dire Straits

dinsdag 13 november 2007

Toch jankt de hond ...

De nacht valt vaag en zwart
en kleeft aan sterren en planeten
De hond mist ziek de maan
en jankt een draad van koud
die maan en man gevangen geven
bevroren uit het leven

Wie is dan slaaf
de maan, de man
gedoemd tot maanziek leven
die man in schaduw van man en maan en leven
die schaduw in de schaduw van de nieuwe maan
- de hond ziet niet de maan
maar ook de schaduw niet –
die nieuwe maan die ziel en leven leven geven
hen die Charon zijn ontheven
- hun tongen zijn verguld –
in het wassen van de maan
de dans der dood
momento mori
voorgoed ontsprongen

opgestaan der doden ?

Toch jankt de hond
tot volle maan.

Openbaring


En ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van een donderslag: Kom en zie!

En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne!

En toen Het het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie!

En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, die daarop zat, werd macht gegeven den vrede te nemen van de aarde; en dat zij elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven.

En toen Het het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en ziet, een zwart paard, en die daarop zat, had een weegschaal in zijn hand.

En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe voor een penning, en drie maatjes gerst voor een penning; en beschadig de olie en den wijn niet.

En toen Het het vierde zegel geopend had, hoorde ik een stem van het vierde dier, die zeide: Kom en zie!


En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde.


Uit : Het Nieuwe Testament: Openbaring 6

Afbeelding: Dulle Griet - Pieter Bruegel

Ruiter der Apocalyps



Hij rijdt, bereden

De ruiters der Apocalyps

hellebaard en piek gedegen

maandag 12 november 2007

Art nouveau of Jugendstil



Naam gegeven aan de stijlvernieuwing in Europa tussen ca 1890 en 1910, die zich in vrijwel alle kunstuitingen manifesteerde. De term is ontleend aan het sinds 1896 te München uitgegeven tijdschrift Die Jugend, waarvan Otto Eckmann de eerste jaargangen met karakteristieke vignetten en randversieringen illustreerde. De Franse term art nouveau is ontleend aan een aldus genoemd etablissement voor decoratieve kunst van Samuel Bing in Parijs; in Groot-Brittannië spreekt men van art nouveau, modern style of Liberty style, naar de firma Liberty and Co. te Londen; in Italië van Stile Liberty of Stile Floreale, in Oostenrijk over Sezessionstil, naar de Weense groep Sezession.

Bron: http://www.kunstbus.nl/verklaringen/art-nouveau.html




















Bron :www.antiquesart.nl/art_nouveau.html

Art nouveau


Bron : http://en.wikipedia.org/wiki/Image:HortaELWI.jpg

zondag 11 november 2007

In Flanders fields



In Flanders Fields staan de papavers rood
onder het zwart gelid der houten kruisen.
De leeuwerik vliegt tegen vuur en dood
gevederd in de hemel van Diksmuide
en zaait zijn lied tussen schrapnels en schroot.
Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden
nog levenden die liefhadden en streden
voor dat schoon land waarvan wij zonen waren.
Nu liggen wij alleen in Vlaanderens aarde,
in Flanders Fields!

In Flanders Fields staan de papavers rood
tegen de grijze schilden van de zerken.
De wind waait als een boom boven het groot
landschap tussen Langemark en Klerken
dat zich beschermt gelijk een moederschoot.
Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden
nog levenden met leuzen en gebeden
voor dat schoon land waarvan wij zonen waren.
Nu liggen wij voorgoed in Vlaanderens aarde,
in Flanders Fields!

In Flanders Fields staan de papavers rood
als roest gespat over verminkte graven.
De blauwvoet met zijn zuivere vleugels stoot
tegen de hiërogliefen van de namen,
de regen leest de zwarte letters bloot.
Wij zijn de doden thans. Maar kortgeleden
nog levenden almachtig aangetreden
voor dat schoon land waarvan wij zonen waren.
Nu liggen wij doodstil in Vlaanderens aarde,
in Flanders Fields!


Anton Van Wilderode
naar John Mc Crae
uit: zachtjes, mijn zoon ligt hier,
Facet 1988