dinsdag 13 mei 2008

Dead man walking

Er zit een scène in ‘Dead Man Walking’, waarin Sean Penn als ter dood veroordeelde Matthew Poncelet, bezoek krijgt van een advocaat die hem zal helpen met zijn beroep. ‘We moeten die rechtbank doen inzien dat je geen beest bent, maar een mens. Een beest kun je zo afmaken, maar een mens doden is al heel wat moeilijker.’ Ik geloof dat dat zinnetje wel zo ongeveer de kern uitmaakt van wat ‘Dead Man Walking’ presteert als film: dit is het verhaal van een genadeloze crimineel die zit waar hij thuishoort, achter de tralies. Er wordt geen enkel excuus verzonnen om zijn misdaden goed te praten, mààr ondanks dat feit, is hij wél nog steeds een mens, met twee broers die er altijd stilletjes bijzitten wanneer we hen zien, en een moeder die continu hysterisch huilt om wat er van haar zoon geworden is. Tim Robbins, die hier z’n tweede film regisseert, na ‘Bob Roberts’, slaagt erin om een moordenaar te humaniseren, zonder zijn misdaden te verontschuldigen. Hij maakt een anti-doodstraffilm zonder sympathie te vragen voor de ter dood veroordeelde. Nu, tien jaar later, staat de film er nog steeds als een krachtig pleidooi voor menselijkheid in de rechtspraak – niet dat het veel heeft uitgehaald, maar een mens kan toch maar proberen.

Sean Penn speelt Matthew Poncelet, een gevangene op death row die een aantal jaar geleden twee tieners vermoordde. Hij roept de hulp in van een non, zuster Helen Prejean (Susan Sarandon), aanvankelijk om hem bij te staan met wettelijke hulp voor z’n beroep, daarna enkel nog om hem bij te staan. Wanneer de laatste legale mogelijkheden tot genade zijn uitgeput, rest er Poncelet en Prejean niets anders meer dan te wachten op de executiedatum.

De perceptie die we hebben van mensen, de manier waarop we hen bekijken, vormt een belangrijk thema in ‘Dead Man Walking’. Matthew Poncelet is een moordenaar, dat is een gegeven, hij is tuig. Maar wat is hij nog méér dan dat? Zuster Prejean bezoekt hem voor de eerste keer in de naïeve veronderstelling dat dit niet meer zal worden dan een vriendelijk bezoekje aan een gevangene die wat geruststellende woorden wil horen – ze houdt zich bezig met sociaal werk in de achtergestelde wijken van New Orleans, dus kan dit er nog wel bij. Maar dan krijgt ze meteen de vraag in het gezicht gesmeten of ze hem wil helpen met zijn zaak, en alles wordt opeens anders. Het verschil tussen de staat die Poncelet ter dood veroordeelde en zuster Prejean, is dat zij hem blijft zien als een mens – zij het dan een slecht mens – terwijl de overheid hem ziet als een gevaarlijk, onmenselijk creatuur dat moet worden opgeruimd. Tijdens één van de krachtigste scènes in de film gaat Prejean op bezoek bij de ouders van één van Poncelets slachtoffers. ‘Ik geloof niet dat een mens even slecht is als z’n ergste daad,’ zegt ze. De vader antwoordt: ‘Dat is geen mens, dat is een beest.’ Perceptie is alles.

En op dezelfde manier is zuster Prejean, zoals ze gespeeld wordt door Susan Sarandon, niet de klassieke non uit katholieke gruwelverhalen: ze draagt geen habijt, ze leeft tussen de mensen in plaats van tussen kloostermuren en al bij al horen we haar maar weinig over God en Jezus praten. Bij haar eerste bezoek aan de gevangenis, krijgt ze van zowel de kapelaan als van Poncelet zelf opmerkingen te slikken dat ze “er niet uitziet als een non”. Hoe moet je er eigenlijk uitzien om een non te zijn? ‘Dead Man Walking’ is een film die ons voorbij die gebruikelijke percepties voert, die nuances aanbrengt in een discussie die over het algemeen maar al te sloganesk gevoerd wordt. “Oog om oog. Gerechtigheid. Waarom zouden we genade moeten hebben voor iemand die zelf geen genade had voor z’n slachtoffers?” Allemaal gemakkelijk gezegd, tot je met zo iemand begint te praten en merkt dat al die platitudes niets doen om de complexiteit van een menselijk wezen te vatten.

Het is belangrijk dat Robbins nooit naar de sympathie van het publiek hengelt – hij levert geen eenzijdig portret van een ter dood veroordeelde die het eigenlijk allemaal niet zo kwaad bedoeld had. Matthew Poncelet deugt simpelweg voor geen meter - zelfs aan het einde van de film, wanneer zijn executie nadert, maakt de regisseur continu gebruik van korte flash-backs naar de avond van de moorden. De misdaden die Poncelet gepleegd heeft, hangen als een onrustige geest over de hele film. Helemaal aan het einde, terwijl Poncelet op de tafel ligt om z’n fatale injecties te krijgen, zien we in het glas dat de executiekamer scheidt van de kamer voor de toeschouwers, een vage reflectie van de beide dode kinderen. Het is een subtiel momentje, maar je kunt de slachtoffers heel even zien terwijl hun moordenaar wordt afgemaakt. De samenleving is een betere plek zónder hem, dat lijdt geen twijfel, maar is het daarom nodig om hem te doden?

Sean Penn en Susan Sarandon dragen met verve de hele film – een goot deel van de prent bestaat uit scènes waarin de twee tegenover elkaar zitten en praten, meer niet. Om dat boeiend te houden, moet je als acteerduo een zeer nauwkeurig ritme opbouwen, je moet weten hoe je je acteerprestatie moet timen. Wanneer ga je wat intenser spelen, wanneer speel je meer intern en geef je de gelegenheid aan je tegenspeler om het zware werk op te knappen? Het lijkt eenvoudig – goed acteerwerk lijkt altijd eenvoudig – maar dat is het niet. Penn heeft natuurlijk een meer opzichtige rol. Hij is het die aan het einde huilend, met een pamper aan z’n kont en papieren sloffen aan z’n voeten, naar de executiekamer gevoerd wordt – je moet niet echt geloven in de mythe van de o zo gevoelige, artistieke acteur om te beseffen dat als je dat soort scènes moet spelen, je als acteur diép moet gaan, je moet die emoties érgens halen. Maar Penn zet nooit een stap verkeerd.

Tim Robbins had van ‘Dead Man Walking’ een polemiek kunnen maken, maar door de beide partijen aan het woord te laten en vooral door zijn hoofdpersonage niet op te hemelen, vermijdt hij in die val te trappen. Wat we wél krijgen, is een genuanceerde visie, die begrip kan opbrengen voor de enorme woede van de overlevenden, maar ondertussen toch de vraag stelt hoe we een samenleving beschaafd kunnen noemen wanneer we criminelen straffen met een nieuwe misdaad, een moord met een andere moord.

Bron:http://www.digg.be/movie.php?id=816