woensdag 27 februari 2008

El camino de Santiago


Ben ik vandaag
- Joepie ! -
mezelf niet meer,
maar uitgetreden;
de mens voorgoed
- Aha, zei Duizendfloot -
gedag gezegd
collectief in waanzin
as usual platgetreden;
langs helverlicht wegen
Mac en Pizza Hut vermeden
om naakt te zijn en te beginnen
als Paultje in Miavoye-Anthée
en El camino ik te gaan
te voet
- zonder brommer ook in naam -
tot Santiago in Compostella:
mijn eigenste solootje
pelgrim-zijn
- het kind in mij
op de duozit
mooi meegenomen -

Is het nog ver, papa
zo zonder beertje?

dinsdag 26 februari 2008

Santiago de Compostela


Santiago de Compostela in het noordwesten van Spanje is samen met Jeruzalem en Rome een van de belangrijkste christelijke bedevaartoorden.
De geschiedenis van de pelgrimage naar Compostela gaat veel verder terug. De symbolen van de Camino; de St.Jacobsschelp en het zwaardkruis, de lagarto, duiden op een niet christelijke vruchtbaarheidsrite. Al voor onze christelijke jaartelling marcheerden Romeinse legioenen naar Fi(ni)sterre, 'het eind van de wereld', aan de kust van de dood om daar de zon in de onderwereld te zien wegzakken.
Ook nu nog lopen de 'hardcore' pelgrims door naar deze plaats aan de kust. En nog steeds wordt door hen bij zonsondergang het eeuwenoud keltisch ritueel van water, vuur en aarde uitgevoerd.

St. Jacobus: Legende en Tradities

Sint Jacobus, Jacobus de Meerdere of Santiago is de nationale heilige van Spanje. Hij geldt als een van belangrijkste apostelen. Maar ondanks zijn belangrijke status is er in de Bijbel weinig over hem te vinden. Buiten Spanje is hij voornamelijk bekend vanwege de pelgrimage. Zijn symbolen zijn de sint jacobsschelp en het zwaardkruis.
Er zijn aanwijzingen, dat de traditie van de pelgrimage naar de plek, waar Santiago begraven zou zijn, is veel ouder dan de christelijke geschiedenis. Vooral de plaats Fisterre, Finisterre of het eind van de wereld, duikt op als de magische plek waar de wereld ophoudt en de onderwereld begint. Het ligt aan de kust, die ook wel de kust van de dood genoemd wordt. Nu vanwege de grote kans op schipbreuk, toen om een andere reden.

Het is veilig om te beweren, dat Santiago in oorsprong niet christelijk was. De meeste christelijke tradities zijn ouder als het christendom. In voor-christelijke tijden was het altijd al traditie om op bepaalde tijden in het jaar de stamgod rond te dragen. Meestal gebeurde dit in jaargetijden die belangrijk waren voor de oogst of vruchtbaarheid. Deze gewoonte vindt zijn navolging nog steeds in de vele christelijke proccessies in het voor- en najaar.
Ook andere tradities in Spanje zijn direct te herleiden naar deze vruchtbaarheidsriten. Het meest in het oog springend is de nationale sport; het stierenvechten. Maar ook een feest als Sanfermin in Pamplona; het rennen voor de stieren.

Maar ook andere bronnen verhalen over de traditie van de pelgrimage. Van de romeinse legioenen van Caius Brutus wordt verteld dat ze naar Fisterre zijn gemarcheerd. Vanaf de kaap hebben zij vol ontzag de zon gezien, die langzaam in de onderwereld wegzakte. Ongetwijfeld zullen ook zij de oude keltische riten van aarde, water en vuur hebben uitgevoerd. Hierbij wordt het haar geknipt, wordt in de zee gebaad en wordt iets persoonlijks uit hun verleden verbrandt bij zonsondergang. Dit alles wordt vandaag de dag nog steeds door sommige pelgrims gedaan.

De legionairs aanbaden de zwaardgod Mithras en kenden de egyptiese Serapis, de grote genezer die ook weer Jupiter en dus Pluto de onderwereld god was. In de voor-christelijke geschiedenis waren er diverse goden verbonden met de pelgrimage naar finisterre. Zij waren bekend onder andere namen als dondergod, gids en beschermer door het dodenrijk. Funkties die nu Santiago, zij het onder de christelijke naam, nog steeds vervult.

Het meest in het oog springend symbool van de pelgrimage naar Santiago de Compostela is de Sint Jacobsschelp. Het wordt gebruikt als voornaamste ornament op alle gebouwen langs de Camino. Nu is de schelp het symbool voor het vrouwelijk geslachtsdeel en is bekend als symbool van geboorte of wedergeboorte. Het is daarom dat Venus hieruit opstijgt in het schilderij 'De Geboorte van Venus' van Botticelli. Het is een symbool van een voorchristelijke vruchtbaarheidsrite, dat net als zoveel heidense symbolen en riten door de katholieke kerk zijn overgenomen. Om dit symbool over te nemen moest Santaigo, volgens de legende, iemand terug doen komen van de dood. Iets wat Santiago in de geest van zijn heidense alter-ego wel diverse malen doet. Dit keer redde hij een ruiter die verdronken was in zee. Toen deze terugkwam uit de zee was hij overdekt met de schelpen. Via deze constructie werd de schelp toch het symbool van pelgrimage naar Galicië.
Ook het andere symbool van Santiago het zwaardkruis, bekend onder zijn voorchristelijke naam lagarto of hagedis, verbonden met vruchtbaarheid en van kuisheid.

Uit al deze niet-christelijke symbolen en mythen is Santiago en de pelgrimage ontstaan. Hij is nog steeds de heilige beschermer die te paard zijn gelovigen beschermd. De pelgrimage is nog steeds een reis naar persoonlijke inzicht. De reis die nog steeds een metafoor is voor het leven. Santiago is nog steeds de gids, die op het eind van de reis op de pelgrim wacht.

St. Jacobus en de Bijbel

In het algemeen wordt geloofd dat de Sint Jacob, Santiago, in Spanje gepreekt heeft. Hier zou de Maagd van de Zuil aan hem verschenen zijn. Hij was een van de apostelen en had samen met zijn broer de bijnaam Boanerges (Zonen van de Donder). Op zijn terugkeer in Palestina werd hij door Herodus Agrippa onthoofd. Zijn volgelingen namen zijn lichaam via de haven Joppa naar Galicie, waar ze hem aan de voet van de Libredon begroeven. Als gevolg van oorlogen en ontvolking raakte deze christelijke bedevaartsplaats vergetelheid.
(naar: Irieense Kronieken)

Samen met zijn broer Johannes en met Petrus vormt Jacob de Meerdere de top drie van de apostelen. Hij was aanwezig bij de gedaanteverwisseling, toen Jezus in een kolom van licht veranderde. Hij was in Getsemane toen Jezus vroeg om "de beker aan hem voorbij te laten gaan..".

Jacobus en zijn broer Johannes waren de twee onafscheidelijke neefjes van Christus. Hun vader Zebedee was getrouwd met Salome, de zus van de maagd Maria. Zij had geld en was een van de sponsors van Christus. Zij was de geldschietster van het laatste avondmaal. Met haar vraag om haar zonen een goede plek te geven in het Hemelse rijk komt ze over als zo'n typische ambitieuze moeder, die voortdurend probeert haar zonen in de schijnwerpers te zetten.

Ook niet echt gunstig is het beeld dat de bijbel van Jacobus en zijn broertje schetst. Op een bepaald moment, als Christus geconfronteerd wordt met een stel sceptici, roepen de twee om het hardst dat ze op zijn bevel hen wel eens met hemelvuur zullen vernietigen. (Lucas 9:5) Jezus antwoordt hierop dat hij niet gekomen is om "mensenlevens te vernietigen, maar ze om ze te redden." Het is na deze gebeurtenis, dat Jezus hen de Donderzonen, Boanerges, noemt.
Met enig ironie waarschijnlijk, het wordt tenslotte gezegd door dezelfde persoon, die ooit op een bruiloft alle water in wijn veranderde.

Een andere keer nemen ze Jezus C. apart om zich te verzekeren van de beste plekjes in de hemel. Ze willen links en rechts van hem zitten. (Marcus10:38) De sarcasme van zijn vraag: "Kunt gij dan uit mijn beker drinken?" ontgaat hen, als ze antwoorden: "Kunnen we!"
Jezus redt de situatie door te zeggen, dat het niet aan hem is om die plaatsen te vergeven.

De andere apostelen waren niet echt dol op de twee. Ze waren de neefjes van Jezus. Hun moeder had geld. En ze waren echte strooplikkers. Maar als de apostelen dus horen wat de neefjes nu weer hebben geprobeerd zakt hun toch al niet zo geweldige populariteit naar een nieuw dieptepunt.
(Marcus 10:41)

St. Jacobus en Galicië

Santiago de Compostela ligt in Galicie in het Noord-Westen van Spanje. Door het regenachtige klimaat en weelderig groene landschap doet het meer aan Ierland, Bretagne of de Hebriden denken dan aan Spanje. Het landschap heeft ook dezelfde mystiek. De inwoners zijn Keltische komaf. Het is een hardwerkend en ondernemend volk, dat zowel figuren als Franco als ook Fidel Castro heeft voortgebracht. En net als hun keltische broedervolken spelen ze doedelzak en drinken ze appelcider. De stam van de naam Galicië is dezelfde als van Wales(Gales) of het Iers, Gaelic.
Galicië is het enige gebied in Spanje wat nooit bezet is geweest door de Moren. En het is ook vanuit hier dat de Reconquista, de herovering van Spanje door de christenen op de Moren, is begonnen.

Pelgrims

"Te vaak maak je beslissingen in dit leven, waar je maar gedeeltelijk achter staat. En ook in de beslissingen, die hieruit volgen, kun je je maar gedeeltelijk vinden. Hieruit volgen dan weer andere beslissingen waarin je jezezelf niet meer in vindt. Totdat je op een dag wakker wordt en jezelf niet meer kunt vinden. Dan pak je de spullen die belangrijk zijn en je gaat op weg. Totdat je jezelf weer tegen komt. En dan spreek je jezelf eens streng toe."
(Aboriginal verklaring voor de Walkabout)

Een pelgrimage is een tocht naar een plek van spiritueel belang met de bedoeling om inzicht te verwerven. Niet het einddoel, maar de weg ernaar toe, is hiervoor de manier.

De moderne pelgrim lijkt een contradictie; een anachronisme. Een verouderd symbool uit een halfvergeten tijd. Maar het idee gaat klaarblijkelijk dieper. Elke tijdsperiode, elke cultuur en elke godsdienst op deze aarde is bekend met het idee van de pelgrimage.

Het pelgrim-zijn wordt aanvaard als een fase in het leven. Een fase zoals andere stadia in het leven: die van kind, leerling, krijger, echtgenoot en vader/moeder. Het is de fase, waarin al het door de jaren heen vergaarde materiele opzij geschoven wordt voor inzicht over het leven en de dood; van oudsher het terrein van de religie.

In de christelijke wereld werden pelgrims vernoemd naar de drie belangrijkste plaatsen van pelgimage: Romeiri voor hen die naar Rome gingen en Palmeiri voor degenen die naar Jeruzalem gingen. Degenen die naar de Tombe van Heilige Jacob in Compostela gingen werden Peregrinos genoemd. Letterlijk: 'zij die door het veld gaan'.

Ooit was het de pelgrim, die onbekend was met het land, waar hij doorheen trok.
Nu zijn 't het land en zijn bewoners, die onbekend zijn met het begrip van pelgrim.

Kaarten en gidsen houden de moderne pelgrim op de goede weg. De palster, de pelgrimsstaf, is vervangen door de telescopische wandelstok uit ruimtevaartmetaal. Kunstoffen houden de pelgrim droger, koeler en warmer dan de pelgrim uit de middeleeuwen kon voorstellen. Wat blijft is de pelgrim en zijn weg, de Camino. Een weg, die niemand anders, dan de pelgrim kan gaan. Maar de weg, de Camino, is gebleven.

Ultreya e Suseya

"Westwaarts en Houdt vol"

Elk jaar gaan vele duizenden pelgrims op weg naar Santiago de Compostela. Zowel te voet, te paard als op de fiets wordt op weg gegaan. Dit zijn door de katholieke kerk erkende manieren van pelgrimage. Om te kwalificeren als pelgrim moet op zijn mist 100 km te voet of 200 km te paard of op de fiets worden afgelegd.

Veruit de meeste pelgrims lopen alleen de vereiste honderd kilometer. Dit zijn bijna allemaal echte gelovigen. Zij beginnen meestal in Ponteferrada. Dit geeft hen dan recht op een Compostela. Dat op zijn beurt weer recht geeft op strafvermindering na de dood.

Anderen beginnen hun pelgrimsweg vanaf de franse Pyreneën in St. Jean Pied-de-Port of in de spaanse Pyreneën bij de Abdij van Roncevalles. Ze maken gebruik van het uitstekende net van refugio's en volgen de befaamde gele pijlen, die de route markeren. Als ze alles, de volle 800 kilometer, lopen, kan Santiago de Compostela in ongeveer 4 weken worden bereikt. Sommige pelgrims lopen alleen gedeeltes of slaan gedeeltes van de Camino over. Dit wordt trampa genoemd.

Een tot de verbeelding sprekende groep zijn de lange afstands-wandelaars. Zij vertrekken net als de pelgrims van vroeger te voet vanuit hun woonplaats. Voor langere tijd laten zij de vertrouwdheid en de gemakken van thuis achter zich. Geen kranten, radio of televisie en alleen zichzelf als gezelschap.

Net als de pelgrims van toen ervaren zij de ontberingen. Niet alleen de vanzelfsprekende fysieke, maar ook de geestelijke ongemakken zoals eenzaamheid en gevoelens van uitzichtloosheid.

Het Heilig Jaar

Een jaar is een Heilig Jaar, wanneer de naamdag van de apostel St. Jacob op een zondag valt. Dit gebeurt elke 6-5-6 en 11 jaar. In het tweede millennium was 1999 het laatste jaar.

Bron : http://web.inter.nl.net/users/fkosters/achtergrond.htm

De koolstof-14 dateringsmethode

  • De koolstof-14 dateringsmethode is bruikbaar voor objecten tot circa 60 duizend jaar oud.
  • De methode is gebaseerd op het radioactieve verval van koolstof-14, ook wel geschreven als C-14
  • Voor objecten ouder dan 50 tot 60 duizend jaar zijn er alternatieven gebaseerd op het verval van kalium-40, uranium-235, uranium-238, thorium-232 en anderen met een lange halveringstijd

Iedereen heeft wel eens gelezen over fascinerende archeologische ontdekkingen. Er vindt een opgraving plaats, allerlei interessante objecten worden opgegraven, waarna een archeoloog triomfantelijk vertelt dat een botje ongeveer 5000 jaar oud is. Maar hoe weet die man dat?

Soms zijn er historische aanwijzingen zoals een bepaalde bouwstijl van een grafmonument, of een inscriptie in steen of ander materiaal. Maar als dat alles niet voldoende overtuigend is, is er gelukkig nog de natuurkunde. Die biedt ons de zogenoemde koolstof-14 methode waarmee objecten tot een ouderdom van ongeveer 60 duizend jaar nog betrouwbaar kunnen worden gedateerd, als ze van biologische oorsprong zijn. Dus plantenresten, botten, kleding, hout en dergelijke kunnen ermee worden gedateerd.

De bron van koolstof-14 (C-14): Straling uit de ruimte
Iedere dag komt er kosmische straling, straling uit de ruimte in de atmosfeer van de Aarde terecht. Daar kunnen we niets aan doen. Iedereen op deze planeet wordt per uur een paar honderdduizend keer geraakt door kosmische straling. Het gebeurt ook wel dat de kosmische straling botst met een deeltje in de atmosfeer. Wanneer een atoom in de atmosfeer zo geraakt wordt, kan er een secondaire straling vrij komen in de vorm van een klein deeltje, een energierijk neutron. Dit neutron kan op zijn beurt weer botsen met een stikstof atoom. Zoals bekend bestaat de lucht om ons heen ongeveer voor 80% uit stikstof. Na zo'n botsing met een stikstofatoom kan een stikstof-15 atoom ontstaan (bevat 7 protonen en 8 neutronen). Dit radioatieve atoom vervalt weer tot koolstof-14 (6 protonen, 8 neutronen) en een waterstof atoom (1 proton, nul neutronen). C-14 is radioactief, met een halveringstijd van 5730 jaar.
Belangrijk is te onthouden dat C-14 continu aangemaakt wordt via een hele reeks processen, die door de kosmische straling in gang worden gehouden.

Koolstof-14 zit in alle levende wezens
De C-14 die uit kosmische straling is ontstaan, reageert met zuurstof en vormt kooldioxide, wat ook wel koolzuurgas wordt genoemd. Dit gas wordt door planten opgenomen in het fotosynthese proces. Mensen en en dieren eten planten en nemen dus indirect ook kooldioxide op, met het radioactieve C-14.
Van alle soorten koolstof op de Aarde komt het 'normale' koolstof, koolstof-12 (C-12), het meeste voor. C-12 is niet radioactief. Het radioactieve C-14 vormt maar een hele kleine fractie van alle koolstof op de wereld, maar het is wel te meten in de lucht en in alle levende wezens.
Zoals alle radioactieve elementen vervalt koolstof-14 (C-14) en heeft een zogenoemde halveringstijd van ongeveer 5730 jaar. Als je een paar gram C-14 hebt, en je wacht 5730 jaar, dan is de helft vervallen en dus niet meer radioactief.
De verhouding C-12 tot C-14 in de lucht is constant en is dat ook in alle levende wezens. De C-14 atomen vervallen wel, maar ze worden steeds weer vervangen door nieuwe C-14 die door de kosmische straling wordt aangemaakt.

Het dateren, een formule
Zodra een levend wezen sterft, houdt het op met koolstof op te nemen. De verhouding C-12 tot C-14 op dat moment is het zelfde als voor ieder levend wezen, maar de C-14 vervalt en wordt niet meer vervangen. De C-14 vervalt met halveringstijd 5730 jaar, terwijl de hoeveelheid C-12 gelijk blijft. door nu naar de verhouding van C-12 tot C-14 te kijken en dat te vergelijken met de verhouding in een levend wezen, is het mogelijk de ouderdom (t) van het te dateren object (bot, stuk hout etc.) vrij nauwkeurig te bepalen.
Een formule hiervoor is:

t = ln (Nt/No) x t1/2 / (-0.693)

Hierin is ln de natuurlijke logaritme, Nt/No is het percentage koolstof-14 in het monster vergeleken met de hoeveelheid die in levend weefsel wordt aangetroffen en t1/2 is de halfveringstijd van C-14 (5730 jaar).

Stel je hebt een fossiel dat maar 10 procent C-14 bevat van wat een levend exemplaar zou moeten bevatten, dan is de ouderdom als volgt te berekenen:

t = ln (0.10) x 5730 / (-0.693) jaar

t = (-2.303) x 5730 / (-0.693) jaar

t = 19040 jaar oud

Dateren van héél oude objecten
De halveringstijd van C-14 is ongeveer 5730 jaar. Voor objecten ouder dan ongeveer 60 duizend jaar is deze methode niet goed te gebruiken, de hoeveelheid C-14 is dan erg klein geworden. Echter in deze gevallen kan men andere stoffen voor de analyse gebruiken met veel grotere halveringstijden. Het principe blijft dan het zelfde. Voorbeelden van een bruikbaar element is kalium-40 dat ook in ons lichaam voorkomt (halveringstijd 1,3 miljard jaar).

Waar wordt C-14 datering in Nederland gedaan?
"Vroeger" werd de zogenoemde koolstof-14 (C-14) datering op diverse plaatsen in Nederland uitgevoerd, ondermeer in Petten bij NRG (destijds ECN-Nucleair). De C-14 datering is echter een bewerkelijke en dus dure zaak, die alleen rendabel voor bedrijven is als er voldoende daterings-opdrachten zijn. Omdat deze opdrachten niet zo talrijk zijn, zijn veel universiteiten en bedrijven zoals NRG gestopt met de dateringen.

Er is in ieder geval nog 1 plek waar men in Nederland terecht kan voor C-14 datering:
Het centrum voor koolstofdateringen is tegenwoordig de Rijks Universiteit van Groningen. Het Centrum voor IsotopenOnderzoek (CIO) van de universiteit heeft bovendien bijgedragen aan de ontwikkeling van deze methode. Het adres van het CIO is:
Nijenborgh 4, 9747 AG Groningen, tel 050-3634760, fax 3634738


Webadres: www.cio.phys.rug.nl

maandag 25 februari 2008

Nostradamus


Nostradamus: origineel portret door zijn zoon César

Nostradamus: origineel portret door zijn zoon César

Nostradamus, Latijn voor Michel de Nostredame (Saint-Rémy-de-Provence, 14 december 1503Salon-de-Provence, 2 juli 1566) is mogelijk de bekendste ziener die de Westerse wereld heeft gekend.

Volgens kenners heeft hij de Wereldoorlogen, Hitler, Napoleon, het Communisme, terrorisme in Europa en vele andere zaken voorspeld. Het belangrijkste wat ons nog te wachten zou staan is de komst van Chiren. Dit zou een Europeaan zijn, mogelijk een Fransman, die langdurige wereldvrede zou brengen. Volgens sceptici zijn de uitspraken van Nostradamus veel te vaag en kan men met gemak een om het even welke interpretatie aan geven die past in de hedendaagse situatie, wat volgens die sceptici ook voortdurend gebeurt.

Zijn voorspellingen

De Centuriën van Les Propheties

Nostradamus...Encores mon filz que j'aye inseré le nom de prophete, je ne me veux atribuer tiltre de si haulte sublimite...Voorwoord aan César, 1555
Nostradamus

...Encores mon filz que j'aye inseré le nom de prophete, je ne me veux atribuer tiltre de si haulte sublimite...

Voorwoord aan César, 1555

Faam verwierf Nostradamus door de publicatie van zijn voorspellingen in Les Propheties, waarvan de eerste editie verscheen in 1555. De populariteit bleef door de eeuwen heen bestaan en er zijn vrijwel continu herdrukken verschenen. Ook tegenwoordig verschijnen er in het Nederlands (inclusief vertalingen) nog vrijwel jaarlijks nieuwe edities met interpretaties van zijn geschriften.

De bekendste vertolkers van de afgelopen decennia zijn De Fontbrune (sr. en jr.), John Hogue[1], Erica Cheetham en Dolores Cannon; de eerste drie op basis van interpretatie en geschiedkundig onderzoek en Cannon via hypnotische regressie en reïncarnatietherapie.

De eerste volledige, Nederlandse vertaling werd geschreven door prof. dr. mr. H. Houwens Post onder het pseudoniem "mr. dr. W.L. Vreede" in 1941. Deze vertaling is tot aan het eind van de 20e eeuw een belangrijk standaardwerk gebleven voor Nostradamus-onderzoekers.

Les Propheties bestaat uit 10 'Centuriën. Later zijn er nog twee Centuriën gevonden, Centurie 11 en 12, die niet geheel compleet zijn en waarvan de echtheid wordt betwist. De meeste Centuriën bestaan uit 100 kwatrijnen, ofwel vierregelige verzen. Dit is niet het geval bij Centurie 7, 11 en 12; een reden hiervoor heeft Nostradamus niet achtergelaten. De periode van de voorspellingen begint vanaf het moment dat Nostradamus zijn visioenen kreeg in 1524 en eindigt in het jaar 3797. Nostradamus noemt dit jaartal in zijn begeleidende brief aan zijn zoon, César. Een tweede begeleidende brief richtte Nostradamus aan de toenmalige koning van Frankrijk, Hendrik II van Navarra.

Nostradamus beschrijft heel veel pausen, wat voor onderzoekers vaak een reden was ze naast de voorspellingen van Malachias te leggen. Die liet een voorspelling na van alle toekomstige pausen sindsdien, in de vorm van een Latijnse omschrijving.

Centurie 1, Kwatrijn 1 Century I, Quatrain I

's Nachts gezeten voor de studie van verborgen dingen,
Alleen rustend op de bronzen zetel:
Een klein licht, dat uit de eenzaamheid ontspruit,
Doet ontluiken, wat niet als ijdel te verwerpen valt.

Estant assis de nuict secret estude,
Seul reposé sur la selle d'aerain:
Flambe exigue sortant de sollitude,
Fait prospérer qui n'est à croire vain.

Centurie 1, Kwatrijn 2 Century I, Quatrain II

Met de staf in de handen, midden in de takken geplaatst,
met het water zowel de zoom als de voeten nat.
Een gevoel van vrees en een stem trekken omhoog door de armen heen.
Goddelijke verhevenheid. Het goddelijke komt nader.

La verge en main mise au milieu de BRANCHES
De l'onde il moulle & le limbe & le pied:
Un peur & voix fremissent par les manches:
Splendeur divine. Le divin pres s'assied.

Interpretatie

De voorspellingen zijn opgesteld in cryptisch taalgebruik, met anagrammen, het gebruik van verschillende talen, waaronder Frans, Provençaals, Italiaans, Grieks en Latijn en een chaotische en a-chronologische rangschikking van de kwatrijnen. Waarschijnlijk heeft Nostradamus hiervoor gekozen om te ontkomen aan de vervolging door de Inquisitie. Hierdoor zijn er nog relatief veel verzen niet verklaard of foutief geïnterpreteerd, dan wel is nooit definitief komen vast te staan of de verzen werkelijk voorspellend zijn. Sceptici beweren zelfs dat er geen sprake van voorspelling is, maar van inlegkunde: na afloop van een gebeurtenis wordt een bijpassend kwatrijn gevonden dat ongeveer overeenkomt met de gebeurtenis.

In de loop van de eeuwen is er veel misbruik gemaakt van de voorspellingen door leiders van allerlei slag. Zo heeft bijvoorbeeld Joseph Goebbels in de Tweede Wereldoorlog voorspellingen naar Hitler toegeschreven om zo meer macht en faam te verzamelen. Alle Franse koningen en presidenten schijnen sinds de publicatie in de 16e eeuw bekend te zijn met Les Propheties.

Een ander fenomeen is de parallelle toekomst: een toekomst pakte anders uit, omdat de voorspelling bekend werd. Sceptici herkennen hierin een 'self-denying prophecy'. Een voorbeeld hiervan is Kwatrijn 11 uit Centurie 6 waar de moord op de broers Hertog en Kardinaal De Guise werd voorspeld in het jaar 1576. De voorspelling werd gekeerd, maar de moord gebeurde later toch, echter op een andere wijze en in het jaar 1588. In dat licht zou ook de aanslag van het WTC in New York verklaard worden in Kwatrijn 72 van Centurie 10, die niet in 1999 maar in 2001 plaatsvond.

Centurie 6, Kwatrijn 11 Century VI, Quatrain XI

De zeven takken zullen tot drie worden teruggebracht.
De oudsten zullen worden verrast door de dood.
Tot het plegen van een broedermoord zullen de twee worden verleid.
De samenzweerders zullen al slapend gedood worden.

Des sept rameaux à trois seront reduicts,
Les plus aisnez seront surprins par mort,
Fratricidez le deux seront seduicts,
Les coniurez en dormans seront morts.

Centurie 10, Kwatrijn 72 Century X, Quatrain LXXII

In het jaar 1999, de maand september.
Uit de hemel zal een grote koning van verschrikking komen:
Tot leven wekkend de grote Koning van Angolmois,
Ervoor erna regeert Mars gelukkig.

L'an mil neuf cens nonante neuf sept mois.
Du ciel viendra un grand Roy d'effrayeur:
Resusciter le grand Roy d'Angolmois,
Avant apres Mars regner par bon heur.

Andere publicaties

Nostradamus publiceerde zijn Présages al in 1550; dit waren verzen met 6 regels met voorspellingen die vooral de regio Provence betroffen. Deze werken zouden nooit de populariteit kennen van de Centuriën. De Présages bevatten al met al 6338 voorspellingen[2] Daarnaast gaf hij een almanak uit waarin hij prognoses gaf op het weer, de oogst, oorlogen en komeetverschijningen. Een uitgebreide, complete bibliografie van Nostradamus staat hier.

Biografie

Kinderjaren

Nostradamus' huis in Salon-de-Provence.

Nostradamus' huis in Salon-de-Provence.

Nostradamus werd geboren in Saint-Rémy-de-Provence in het zuiden van Frankrijk op 14 december 1503. Het huis waarvan wordt aangenomen dat hij daar is geboren, bestaat nog steeds.

Michel de Nostredame was één van ten minste negen kinderen van de graanhandelaar en notaris Jaume de Nostredame en Reynière de St-Rémy. Jaume was oorspronkelijk joods, maar zijn vader, Guy Gassonet, had zich bekeerd tot het katholicisme rond 1455, waarbij hij de naam Pierre de Nostredame aannam.[3]

Er is weinig anders bekend over de kindertijd van Nostradamus dan dat hij is opgevoed door zijn grootvader van moederszijde, Jean de St. Rémy[4]

Studententijd

Vanaf zijn vijftiende begon Nostradamus aan zijn bachelorstudie aan de Universiteit van Avignon. Na iets meer dan een jaar moest hij Avignon verlaten, toen de universiteit de deuren sloot vanwege de uitbraak van de zwarte dood (pest).

Na een aantal jaren gewerkt te hebben als apotheker, startte hij in 1529 met zijn doctoraalstudie Medicijnen aan de Universiteit van Montpellier. Kort daarna werd hij van de universiteit verwijderd toen werd ontdekt dat hij apotheker was geweest, hetgeen per statuut verboden was door de universiteit. Dit document[5] bevindt zich nog steeds in de bibliotheek van de faculteit[6]. Desondanks noemen veel publicisten hem wel doctor.

Na de verwijdering ging hij door met werken, waarschijnlijk als apotheker, en werd beroemd voor de ontwikkeling van de "roze pil" die naar verluidt werkte tegen de pest[7]

Huwelijk en genezende werkzaamheden

In 1531 werd Nostradamus uitgenodigd door een vooraanstaand geleerde, Julius Caesar Scaliger (de vader de grote taalkundige Josephus Justus Scaliger, die hoogleraar in Leiden zou worden), om naar Agen te komen. Hier trouwde hij met een vrouw, waarschijnlijk Henriëtte d'Encausse, die hem twee kinderen baarde[8]. In 1534 overleden zijn vrouw en kinderen; verondersteld wordt dat de dood veroorzaakt werd door pest. Hierop begon hij opnieuw te reizen door Frankrijk en naar Italië.

Bij zijn terugkeer in 1545 staat hij de prominente genezer Louis Serre bij in diens gevecht tegen de grote pestuitbraak in Marseille, Salon-de-Provence en de regionale hoofdstad Aix-en-Provence. Uiteindelijk vestigde hij zich in 1547 in Salon-de-Provence en trouwde de rijke weduwe Anne Ponsarde, met wie hij zes kinderen kreeg, drie dochters en drie zonen. Tussen 1556 en 1567 verwierven hij en zijn vrouw een dertiende deel van een groot kanalisatieproject van Adam de Craponne voor de irrigatie van het grotendeels waterloze Salon en het nabijgelegen Désert de la Crau vanuit de rivier Durance.[9]

Zijn jaren vanaf zijn publicaties

Catharina de' Medici, gemalin van Koning Henri II, was een groot bewonderaar van Nostradamus. Na het lezen van zijn almanakken met toespelingen op, maar niet uitgesproken bedreigingen voor de koninklijke familie, ontbood zij hem naar Parijs om horoscopen te tekenen voor haar en haar kinderen. Tegen die tijd vreesde hij te worden onthoofd, maar voor zijn dood in 1566 had ze hem benoemd tot Raadgever en Buitengewoon Geneesheer van de Koning.

Nostradamus was al bekend bij de welgestelden in Frankrijk, toen op een dag een toernooi werd georganiseerd waar ook de oudere Koning Hendrik II aan deel zou nemen. De jonge Kapitein van zijn Schotse garde, Montgomery, kende de voorspelling van Centurie 1, Kwatrijn 35 en stond erop dat het duel tussen hem en de koning afgelast zou worden. Hendrik wilde hier niets van weten. Bij de eerste twee aanlopen kregen geen van de twee tegenstanders de andere uit het zadel. Bij de derde aanloop echter, kwam Montgomery's lans tegen de helm van het gouden harnas van Hendrik, waarbij een oog werd uitgestoken en een splinter van de lans veroorzaakte een grote wond in zijn hals. Hendrik stierf na tien dagen van folterende pijn. Beide heren hadden een leeuw in hun wapen.

Centurie 1, Kwatrijn 35 Century I, Quatrain XXXV

De jonge leeuw zal de oude overwinnen
Op het krijgsveld van een enkelvoudig duel.
In een kooi van goud worden zijn ogen doorboord.
Twee klassen; één zal erna een wrede dood sterven.

Le lyon ieune le vieux surmontera,
En champ bellique par singulier duelle,
Dans cage d'or les yeux luy crevera,
Deux classes une puis mourir mort

Tegen 1566, ontwikkelde zijn jicht zich in oedeem, ook wel waterzucht, een pijnlijk mankement dat bewegen bemoeilijkt. Eind juni maakte hij een uitgebreid testament op ter hoogte van 3444 kronen (nu omgerekend rond 250.000 euro) voor zijn vrouw tot aan haar hertrouw, zijn zonen vanaf de leeftijd van 25 en zijn dochters tot aan hun huwelijk en de aflossing van enkele kleine schulden. 's Avonds op 1 juli vertelde hij zijn secretaris Jean de Chavigny dat hij hem bij zonsopkomst niet meer levend aan zou treffen. De volgende morgen trof men hem dood aan.

Hij werd begraven in de lokale Franciscaanse kapel die nu onderdeel uitmaakt van het restaurant La Brocherie en werd herbegraven in de Collégiale St-Laurent [10] tijdens de Franse Revolutie, waar zijn graf zich tot op de dag van vandaag bevindt.



Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Nostradamus

zondag 24 februari 2008

Six Degrees Could Change the World

"Six Degrees Could Change the World" premieres Sunday, February 10, at 8:00 PM ET/PT on the National Geographic Channel (2-Hour World Premiere).

You know about six degrees of separation. But what about six degrees to extinction?

Scientists predict that global temperatures will rise by between one and six degrees over the course of this century and author Mark Lynas paints a chilling, degree-by- degree picture of the devastation likely to ensue unless we act now.

A new show on National Geographic Channel, "Six Degrees Could Change the World" narrated by Alec Baldwin, investigates the startling theory that earth’s average temperature could rise six degrees Celsius by the year 2100.

"Six Degrees Could Change the World" explores the potential impacts of global warming degree-by-degree—through six degrees over the next hundred years. Filmed on five continents, the program tracks the world's top climate researchers and follows ranchers, photographers, and everyday people to uncover climate trends.

Utilizing cutting-edge CGI and hard-hitting scientific data, the HD special will reveal how each potential degree affects us on all levels – from the bottom of our deepest oceans to the tops of our highest mountains.

The show will discuss many contributing factors to the ecological disaster that awaits us all.

A 1991 eruption of Mount Pinatubo in the Philippines sent an estimated 20 million tons of sulfur dioxide high into the stratosphere. Winds proceeded to spread it all over the planet, forming a high-level haze that reflected back light from the sun and reduced global temperature by 0.5 degrees Celsius.

Nobel prize-winning atmospheric chemist Paul Crutzen has proposed simulating the Pinatubo effect by using artillery guns or balloons to inject sulfur into the atmosphere. (Rockets filled with sulfur could also do the trick).

Crutzen calculates that the cooling effect would begin within six months and last for up to two years. Artificially duplicating Mount Pinatubo’s effects each year might cost $250 billion, though Crutzen says a relatively affordable $25-$50 billion worth would be enough to make a difference.

A major downside is the possibility of creating acid rain or wreaking havoc with global weather patterns, as the eruption of the Indonesian volcanic island of Krakatoa did in the 1880s.

University of Arizona astronomer Roger Angel has suggested using non-polluting, magnetically-powered vehicles—a concept that NASA is already exploring—to transport trillions of lenses made of silicon nitride film into space and deposit them near inner Lagrange point 1, an area where the combined effect of gravity of the Earth and the Sun would keep them in the same place relative to Earth’s rotation.

The lenses would be about three feet across but incredibly thin, weighing about a gram. Rather than blocking sunlight, they would bend some of it slightly away from Earth, reducing the amount of energy transmitted by about 2 percent.

Manufacturing the immense quantity of lenses and putting them into space—some 20 million launches would be required—make Angel’s idea a lengthy and pricey one, but he has estimated that the cost would average out to $100 billion annually over the lenses’ 50 year lifetime. The lenses would also be difficult to turn “off” if necessary, and could lead to uneven cooling effects.

Trees and plants are a major bulwark against climate change as they consume carbon dioxide during photosynthesis.

The United Nation’s Food and Agriculture Organization estimates that forests have the potential to absorb into their biomass up to 15 percent of global carbon emissions in the first half of the 21st Century—assuming we still have forests by then.

About half of the world’s forests already have been cut or burned down to harvest timber or clear land for building or farming, and by 2030, only 20 percent might remain. The destruction of forests, in fact, pumps 1.6 billion tons of carbon into the atmosphere, accounting for 25 to 30 percent of the planet’s greenhouse gas emissions. Reforestation projects could undo some of this damage and help reduce the rate of climate change.

Carbon offset trading firms already are planting trees on a modest scale, and governments in developing countries have launched larger efforts.

Ethiopia, for example, planted 700 million trees in 2007, and Indonesia planted 79 million trees in a single day last November as part of a global campaign to plant one billion trees. But making a major dent in global warming would require an even bigger multinational push.

The Six Degrees Could Change the World website, here, features an interactive element that allows users to choose a temperature degree increase from 1° to 6°, and zoom in on areas around the globe. The microsite will also link to its sister website – here – a NGC initiative created to shed light on the importance of conservation, recycling and sustainability.

The show is a graphic exposure of global warming based on noted science writer and 2006 National Geographic Emerging Explorer Mark Lynas' book - Six Degrees: Our Future on a Hotter Planet, how Earth’s climate will be impacted with every degree of increase in temperature—and what we need to do about it, now, to avert disaster.

According to Lynas' research, scientists have established that the current episode of global warming of about 0.7 degrees Celsius (1.2 degrees Fahrenheit) in the last century has pushed Earth’s temperatures up to levels unprecedented in recent history.

A 2007 report by the Nobel Peace Prize-winning UN Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) states that at no time in the past 1,300 years has our planet been as warm as it is now, while records from the deep sea suggest that temperatures are now within a degree of their highest levels in 1 million years.

According to the IPCC, Earth will warm up between 1.4 degrees Celsius and 5.8 degrees Celsius (roughly 2 degrees Fahrenheit to 10 degrees Fahrenheit) by the end of this century.

Six degrees may not sound like much, but as this sobering and Lynas' engrossing book contends such a rise in average temperature would be enough to destroy much of life and reshape our world almost beyond recognition.

The National Geographic series presents findings in his research, and claims that global warming is already a fact: the snows of Kilimanjaro are melting away; massive boulders on the Matterhorn, snowbound for centuries, have begun to plunge in dramatic and dangerous rockfalls; and atoll nations of the Pacific are disappearing inch by inch under the waves.

Basing Lynas' conclusions on peer-reviewed articles in leading climatology, geophysics, biology, and Earth system science journals, he explains in unflinching detail the processes and effects of this unprecedented phenomenon, degree by degree.

The National Geographic special takes Lynas' book and illustrates through advanced post-production and filming techniques that demonstrate the latest research and sophisticated computer models as well as paleoclimatic reconstructions of the past that show conclusively that today’s climate change is a new and different challenge, not the routine swing of a slow climatic pendulum.

Lynas is a frequent contributor to New Statesman, Ecologist, Granta, and Geographical and other periodicals as well as the Guardian and Observer newspapers in the United Kingdom.

Bron :http://smallscreen.monstersandcritics.com/news/article_1390472.php/Six_Degrees_Could_Change_the_World__on_National_Geographic_

zaterdag 23 februari 2008

Six degrees of separation

In zijn korte verhaal "Ketenen" introduceerde de Hongaarse schrijver Frigyes Karinthy in 1929 voor het eerst de theorie van de “zes graden van scheiding”. Het idee is simpel: tussen twee willekeurig gekozen mensen op de wereld kan een keten gevormd worden die deze twee mensen verbindt door mensen die elkaar kennen. Dus de eerste persoon kent iemand (persoonlijk), die weer iemand kent, enzovoorts, tot we bij de tweede persoon aanbeland zijn. Nu dacht deze schrijver Karinthy dat zo'n keten bij elk willekeurig tweetal uit maximaal 6 personen zou bestaan (dus via 5 tussenpersonen kent iedereen iedereen).

Nu willen we natuurlijk graag weten of het realistisch is om te denken dat iedereen elkaar via 6 stappen kent! Om daar achter te komen moet je de verbanden tussen mensen gaan modelleren. Je gaat dus een algemeen model maken van hoeveel mensen iedereen gemiddeld kent, dus hoe groot zijn of haar vriendenkring is. Vervolgens kun je bekijken hoe groot de “tweede vriendenkring” is, dus hoeveel mensen iemand indirect kent via zijn of haar vrienden. Probeer nu een functie te vinden die in termen van de n beschrijft hoeveel vrienden iemand heeft in zijn n-de vriendenkring. Je wilt dus een functie f(n) vinden. En als de theorie dan klopt, zou dus gemiddeld een zesdegraads vriendenkring de hele wereld moeten bestrijken: f(6)= de wereldpopulatie (die kun je gemakkelijk googelen).

Bron : http://www.rug.nl/fwn/informatievoor/scholieren/betasteunpunt/onderwerp/wiskundeonderwerpen/six%20degrees

vrijdag 22 februari 2008

An inconvenient truth

Regie: Davis Guggenheim
Script en presentatie: Al Gore
100 min. / USA / 2006



Wie ooit ‘The Day After Tomorrow' heeft gezien wist het al lang, en nu komt voormalig vice-president Al Gore het ons bevestigen: het broeikaseffect is niet om mee te lachen. Gore was de rechterhand van Bill Clinton toen die in het Witte Huis zat, maar verloor het presidentschap van de VS aan de twijfelachtige praktijken van George W. Bush in 2000. Sindsdien heeft hij de halve wereld afgereisd als ecokrijger, met een gepassioneerde toespraak over de gevaren van de globale opwarming. Geholpen door een uitgebreide diashow, met statistieken, foto's en filmpjes, probeert hij zijn publiek duidelijk te maken wat de gevolgen kunnen zijn van de steeds toenemende CO2-productie die we veroorzaken. Manhattan dat onder water loopt, zodat enkel de toorts van het vrijheidsbeeld nog net boven de oppervlakte komt, zoals in ‘The Day After Tomorrow'? Zo gek vergezocht blijkt dat beeld niet eens te zijn.

Het discours dat Gore houdt is niet zo nieuw, voor wie de laatste jaren een beetje heeft opgelet. De koolstofdioxide die we met onze industrie en onze wagens de lucht inpompen verhindert de infrarode straling van het zonlicht om de atmosfeer te verlaten - de hitte blijft hangen in plaats van weg te kaatsen, met als gevolg hogere temperaturen op aarde. ‘De warmste tien jaar sinds mensenheugnis vonden allemaal plaats tijdens de laatste veertien jaar,' legt Gore uit. Eén gevolg daarvan is dat de poolkappen smelten, wat rampzalige overstromingen tot gevolg zal hebben. Een ander dat de zeeën opwarmen, wat indirect aanleiding geeft tot orkanen en tropische stormen - we krijgen beelden te zien van de ravage die orkaan Katrina een jaar geleden aanrichtte, een windhoos die gaandeweg toenam in kracht, dankzij de warme oceaantemperaturen. Nog een gevolg is dat de verhoogde hitte het vocht uit de bodem trekt, met desastreuze droogtes in bepaalde delen van Afrika en Zuid-Amerika tot gevolg. Tijdens één van de meest memorabele momenten in Gores betoog, zien we op een wereldkaart hoe verschillende landen worden verzwolgen door het water na het smelten van de ijskappen. India, grote delen van Azië, maar ook Nederland, Florida en New York zullen grotendeels ophouden te bestaan. We zien hoe het groen op de kaart langzaam blauw wordt terwijl Gore ons een beeld aanbiedt dat fascinerend is in al z'n gruwelijkheid: "Beeld je in wat voor chaos enkele duizenden vluchtelingen al betekenen. En beeld je dan in dat je met 100 miljoen vluchtelingen zit."

Voor iedereen die een beetje het nieuws volgt en wil begrijpen, is dit in feite niets nieuws: we weten dat het milieu totaal aan het flippen is (kijk maar naar de zomer die we in 2006 net gehad hebben: een maand stikkende hitte, een maand niets dan regen, gevolgd door nog twee weken hitte) en we weten dat wij ervoor verantwoordelijk zijn. Maar hey, zo'n bezinezuipend slagschip waar tien mensen gemakkelijk in kunnen kamperen rijdt gewoon lekker, dus waarom niet? Oké, we rijden er meestal op ons eentje in, maar toch... Iedereen schijnt te weten dat het radicaal fout aan het lopen is, maar niemand schijnt echt happig te zijn om er iets aan te doen. "Dit is een politieke kwestie," zegt Gore, en je kunt hem moeilijk ongelijk geven. Momenteel is er in de VS een president aan de macht die verkozen werd dankzij de steun van de olielobby - het is geen toeval dat diezelfde president vervolgens grijnzend z'n reet veegt aan de Kyoto-overeenkomst en zijn landgenoten verzekert dat ze absoluut geen schrik moeten hebben om in milieu-onvriendelijke, immens veel verbruikende wagens te blijven rijden. Mensen die beweren dat hij daarmee een o zo kleine fout maakt, worden afgedaan als links-liberale, paniek zaaiende geitenwollensokken. Daar sta je dan, wanneer het grootste, meest vervuilende land ter wereld officieel weigert te erkennen dat er een globale crisis op til staat.

Dat alles wordt door Al Gore uitgelegd op een opvallend heldere, welbespraakte manier. De man stond tijdens de presidentsverkiezingen min of meer bekend als een houten klaas die moeilijk contact kon leggen met een groot publiek, maar hier toont hij zich een overtuigend redenaar. ‘An Inconvenient Truth' is in principe weinig meer dan een registratie van zijn toespraak en slide show, maar de lucide manier waarop Gore zijn betoog levert is voldoende om er tot het einde je aandacht helemaal bij te houden. Hij gebruikt humor met wisselend succes (niet al zijn grapjes komen even goed over), maar hij kent zijn onderwerp overduidelijk door en door en wat hij te zeggen heeft klinkt altijd zinnig, logisch, helder geformuleerd en brandend relevant. Anderhalf uur lang voor een groot projectiescherm staan praten over het klimaat en het milieu zónder je publiek te vervelen, da's een prestatie.

Het zijn de scènes tussendoor die de film toch een beetje aan kracht doen inboeten: op gezette tijden tussen Gores speech krijgen we kortere scènes te zien waarin de eco warrior terug naar zijn ouderlijk huis gaat, herinneringen ophaalt aan het ongeluk dat zijn zoontje ooit had of waarin wordt teruggekeerd naar zijn verkiezingsnederlaag in 2000. Die tussenstukjes zijn duidelijk bedoeld om "de mens Al Gore" naar voren te brengen, zodat de film niet louter een opeensomming van wetenschappelijke feiten wordt. De bedoeling is best, maar in de praktijk kijk je ernaar als een onnodige afleiding van het echte onderwerp.

Wie deze recensie al tot hier heeft gelezen, zal waarschijnlijk geïnteresseerd genoeg zijn om ook te gaan kijken. De traditionele genoegens van een goeie film vind je hier niet: dit is geen hersenloos entertainment, het biedt geen ontspanning, je kunt er niet met je vriendinnetje naartoe om te gaan zitten muilen op de achterste rij, en tenzij je écht een fanatiek zwemmer bent, kan ik me ook niet voorstellen dat je er gelukkig buitenkomt. Wat je wel krijgt, is een intens fascinerende blik op een mogelijke toekomst - één die we nog kunnen vermijden als we daar maar voldoende inzicht en lef voor hebben. ‘An Inconvenient Truth' is een wake up call, zeker voor het slag Amerikanen dat nog steeds denkt dat het terrorisme de grootste bedreiging is die hen parten speelt. Of de prent ook effectief resultaat zal bereiken is een andere vraag, maar niet voor de eerste keer in de laatste jaren, vraag je je na het kijken toch af hoe anders de wereld er nu zou hebben uitgezien als het in 2000 anders was afgelopen, daar in Florida.

Bron : http://www.digg.be/movie.php?id=1166

Global warming


Gemiddelde mondiale temperatuur 1856-2007.

Gemiddelde mondiale temperatuur 1856-2007.

Verandering temperatuur t.o.v. periode 1940-1980.

Verandering temperatuur t.o.v. periode 1940-1980.

De concentratie CO2 is sinds de industriële revolutie explosief toegenomen.

De concentratie CO2 is sinds de industriële revolutie explosief toegenomen.

Activiteit van de zon.

Activiteit van de zon.

Verandering in de stralingsforcering (bijdrage aan het broeikaseffect) tussen 1750 en 2005.

Verandering in de stralingsforcering (bijdrage aan het broeikaseffect) tussen 1750 en 2005.

Bijdrage van verschillende factoren aan de opwarming van de Aarde.

Bijdrage van verschillende factoren aan de opwarming van de Aarde.

Tussen 1900 en 2000 is de zeespiegel 18,5 cm gestegen.

Tussen 1900 en 2000 is de zeespiegel 18,5 cm gestegen.

Gemiddelde temperatuur in De Bilt sinds 1706. Bron: KNMI

Gemiddelde temperatuur in De Bilt sinds 1706. Bron: KNMI

Een verandering van de temperatuur heeft een significante invloed op de broedperiode van de kievit in Friesland.

Een verandering van de temperatuur heeft een significante invloed op de broedperiode van de kievit in Friesland.


De opwarming van de Aarde (ook wel versterkt broeikaseffect of global warming genoemd) beschrijft het fenomeen waarbij een stijging van de gemiddelde temperatuur van de Aarde waargenomen wordt. Sinds het begin van de twintigste eeuw is de gemiddelde temperatuur met ongeveer 0,74°C gestegen. Het is zeer waarschijnlijk dat deze temperatuurstijging wordt veroorzaakt door menselijke activiteiten: door het verbranden van fossiele brandstoffen, ontbossing en bepaalde industriële en landbouwactiviteiten stijgt de concentratie aan broeikasgassen in de aardatmosfeer. Modelberekeningen geven aan dat de temperatuur met 1,4°C tot 6,4°C stijgt tussen 1990 en 2100. Met name temperatuurstijgingen van meer dan 2°C zouden grote veranderingen met zich meebrengen voor mens en milieu, door zeespiegelstijging, toename van droogte- en hitteperioden, extreme neerslag en andere effecten.[1]

Stand van de wetenschap

Alle relevante wetenschappelijke artikelen over de opwarming van de Aarde die zijn gepubliceerd tot 2007 worden beschreven in het rapport van de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), dat ingesteld is door de Verenigde Naties om de huidige wetenschappelijke, technische en sociaal-economische kennis aangaande de opwarming van de Aarde te beoordelen en samen te vatten. Om de vijf à zes jaar brengt het IPCC een rapport uit. Het vierde en meest recente rapport is in de loop van 2007 voltooid. Dit rapport stelt dat "het zeer waarschijnlijk is dat het grootste deel van de opwarming van de laatste 50 jaren kan worden toegeschreven aan menselijke activiteit". Tevens stelt dit rapport dat de opwarming van de Aarde "onmiskenbaar" aan de gang is.[1]

Het is ingewikkeld om de precieze temperatuurverandering vast te stellen. Voor 1860 werden temperatuurmetingen niet systematisch uitgevoerd en zijn vanwege het gebrek aan technische hulpmiddelen en de beperkte geografische spreiding onnauwkeurig. Metingen van de historische aardtemperatuur worden daarom gedaan aan de hand van secundaire effecten, zoals de jaarringen van bomen, de ontwikkeling van koraal en de resten van gassen in ijs op Antarctica. Deze afgeleide metingen zijn echter onnauwkeuriger dan de moderne temperatuurmetingen, en dus is het moeilijk vast te stellen of de temperatuur nu significant hoger is dan 1000 jaar geleden.[2] Het is wel duidelijk dat in de afgelopen 100 jaar de temperatuur met zo'n 0,74°C is toegenomen.[1]

Er wordt gebruik gemaakt van modellen die zijn opgesteld om de verdere stijging van de temperatuur en de grootte van de invloed van de mens daarop te bepalen. De klimaatscenario's geven aan dat de temperaturen met 1,4°C tot 6,4°C zullen stijgen tussen 1990 en 2100, vooral afhankelijk van de socio-economische scenario's die de toekomstige broeikasgasemissies berekenen.

  • Voor het zogenaamde "low emission scenario"[3] is de verwachte temperatuurstijging rond 1,8°C ergens tussen 1,4 en 2,9°C.
  • Voor het zogenaamde "high emission scenario"[4] is de verwachte temperatuurstijging 4,0°C ergens tussen 2,4 en 6,4°C.

Verklaringen

Het IPCC concludeert in zijn rapport van 2007 dat de opwarming sinds de industriële revolutie vooral het gevolg is van de uitstoot van broeikasgassen als kooldioxide (CO2) en methaan (CH4). De grootse onzekerheden komen van fijn stof en de invloed van wolken (zie nevenstaande figuur). De concentraties van die gassen in de atmosfeer zijn momenteel de hoogste in minstens 650.000 jaar. De toename is grotendeels het gevolg van menselijk handelen, vooral verbranding van fossiele brandstoffen (inclusief de onbedoelde kolenbranden in China), productie van cement en glas, maar ook door landbouw, veeteelt en verandering van landgebruik, vooral ontbossing. Er zijn ook andere bijdragen aan de opwarming, zoals geologische cycli, zonne-activiteit en vulkanisme, maar deze zijn relatief (zeer) klein.[1] De emissies van CO2 door vulkanen zijn veel lager dan antropogene emissies[5] en het aantal zonnevlekken correleert sinds 1950 redelijk met temperatuurfluctuaties, maar in de eerste helft van de 20ste eeuw is juist sprake van een anticorrelatie.[6][7]

Er zijn wetenschappers die kritiek hebben op deze conclusies. Zij stellen bijvoorbeeld dat het IPCC data verkeerd interpreteert, de aarde helemaal niet opwarmt, dat de oorzaak niet goed aan te duiden is, dat de onzekerheden veel groter zijn dan dat het IPCC aangeeft, of dat de zon een belangrijke rol speelt. Geen van de geopperde alternatieve verklaringen voor de opwarming van de Aarde[8] is tot nu in staat geweest de gemeten temperatuurstijging sinds 1900 te verklaren. Geoloog Salomon Kroonenberg relativeert de IPCC-conclusies, omdat volgens hem over 10.000 jaar het interglaciaal afloopt en de aarde dan sowieso weer afkoelt. Hij stelt dat we beter kunnen investeren in hogere dijken dan in het terugdringen van broeikasgasemissies. Zie de links-sectie voor een verwijzing naar een samenvatting van de controverse rondom de opwarming van de Aarde.

Verwachte effecten

De belangrijkste gevolgen van klimaatverandering (opwarming) zijn in laaggelegen tropische en droge tropische gebieden, en vooral in de poolgebieden nu al zichtbaar. Met name ontwikkelingslanden zijn kwetsbaar voor klimaatverandering, omdat zij minder mogelijkheden hebben voor adaptatie. In de komende 50 à 100 jaar treden de volgende verschijnselen op:[1]

  • Stijging van het zeeniveau (over de vorige eeuw geschat op 1 à 2 mm per jaar, 3 mm per jaar sinds 1992). Het aantal mensen dat getroffen wordt door overstromingen toenemen van 13 naar 94 miljoen per jaar;
  • Afname in landbouw productiviteit: dit wordt verwacht in gebieden waar droogte door klimaatverandering toeneemt, zoals in het Midden-Oosten en India;
  • Toename van extreme weersomstandigheden en verandering van neerslagpatronen. In Nederland verwacht het KNMI een toename van de neerslag in de winter, wat gevolgen heeft voor de waterafvoer van infrastructuur en riolering;
  • Verspreiding van ziekten zoals malaria;
  • Aantasting van ecosystemen: klimaatverandering gaat samen met de verschuiving van klimaatzones. De biodiversiteit op Aarde verandert: soorten die in koudere gebieden beter gedijen zullen in aantal afnemen bij opwarming en soorten die warmere klimaten prefereren zullen in aantal afnemen bij afkoeling. Biomen, specifieke geografische gebieden met karakteristieke soorten, zullen van plaats of van grootte veranderen.[9] Sommige planten en dieren kunnen zich niet snel genoeg aanpassen, waardoor ze met uitsterven worden bedreigd.
  • Klimaatverandering kan op een aantal plaatsen leiden tot meer droogte, wat kan leiden tot meer bosbranden en woestijnvorming.;
  • Zoetwatertekort: een groot gedeelte van de wereldbevolking leeft in landen waar een tekort is aan schoon drinkwater. Klimaatverandering kan het watertekort in diverse regio's, zoals het Midden-Oosten, de Sahel en Australië, groter maken; Voor andere gebieden kan er een gunstig effect optreden: in sommige klimaatscenario's wordt in Noord Afrika een toename van neerslag voorspeld.
  • Vernietiging van het koraalrif, al is dit technisch gezien een rechtstreeks gevolg van de toename van CO2 en de daarmee samenhangende verzuring van het zeewater;
  • Opwarming van de Noordelijke IJszee waardoor er minder Krill hierin kan leven met als gevolg dat de populatie van Blauwe vinvis terugloopt. Het ijs op de noordpool zal verwijnen in de zomer, waarschijnlijk voor 2050, mogelijk al in 2013;[10][11]
  • Het terugtrekken van gletsjers en het verdwijnen van skigebieden;
  • Afname van de ozonlaag.

Er zijn ook mogelijke positieve effecten, zoals een verhoging van de productiviteit in de landbouw in bepaalde gebieden. Door terugtrekking van ijs komen natuurlijke grondstoffen bij de polen vrij voor ontginning. De Noordwestelijke Doorvaart in Canada komt in de toekomst vrij, waardoor schepen aan de noordkant om het Amerikaanse continent kunnen varen. De verwachte gemiddelde toename van neerslag kan zowel negatieve als positieve gevolgen voor de leefomgeving tot gevolg hebben.

Nederland en België

Hoewel ontwikkelingslanden het meest kwetsbaar zijn, zullen ook Nederland en België te maken krijgen met de gevolgen van klimaatverandering. Het KNMI heeft in 2006 vier klimaatscenario's opgesteld. De G-scenario's (G van gematigd) gaan uit van 1°C toename van de gemiddelde temperatuur in 2050 ten opzichte van 1990, en de W-scenario's (W van warm) van 2°C. Klimaatmodellen zijn niet eenduidig over de windrichting in het toekomstig klimaat in noordwest Europa. Sommige voorzien een verandering van de overheersende windrichting. Daarmee is rekening gehouden in de G+ en W+ scenario's. In deze '+'-scenario's zijn de winters natter en de zomers droger.[12]

Een toename van neerslag zal ook gevolgen hebben voor de rivieren. De Rijn kan veranderen van een smeltwaterrivier in een regenrivier met hogere piekafvoeren. Deze rivier zal dan ’s winters meer en zomers juist minder water afvoeren. Om schade te voorkomen moet het ruimtegebruik daarop worden afgestemd. Verder heeft de stijging van de zeespiegel niet alleen gevolgen voor de kustbescherming, maar ook voor de landbouw (verzilting) en voor de Waddenzee.

Ecosystemen veranderen omdat door de veranderende externe omstandigheden bepaalde dier- en plantensoorten zich beter, of juist minder goed, kunnen handhaven. Een toename van uitheemse dier- en plantensoorten (exoten) valt te verwachten, voorbeelden hiervan zijn de eikenprocessierups en de wespspin.

De noordpool tussen 1990 en 1999

Het onderstaande filmpje (links) en de beide plaatjes laten de ontwikkeling van het ijs zien op de noordpool. Door seizoensinvloeden verandert het ijsoppervlak voortdurend: in de winter neemt het ijsoppervlak toe en in de zomer smelt een groot deel weer weg. De trend is dat het ijsoppervlak in de zomer steeds kleiner wordt. Het landijs op Groenland is slecht zichtbaar en wordt niet zichtbaar beïnvloed op het filmpje.



Opwarming van de Aarde


Maatregelen tegen de opwarming van de Aarde

Deelnemers (in groen) aan het Kyotoprotocol in 2005.

Deelnemers (in groen) aan het Kyotoprotocol in 2005.

Het meest recente rapport van de IPCC stelt, dat het wenselijk is, te zorgen dat de opwarming van de Aarde beperkt blijft tot zo'n 2°C. Hierboven kunnen ernstige problemen ontstaan, zoals het smelten van de ijskap op Groenland, tekorten aan water voor miljarden en een aantasting van de mondiale voedselproductie. Hiervoor zou de uitstoot van broeikasgassen in 2050 teruggebracht moeten worden tot 15% van de huidige uitstoot. Bij een evenwichtige verdeling over de wereldbevolking, aangenomen dat die niet zou stijgen, komt dit neer op 0,537 ton CO2 per persoon per jaar. Dit zou betekenen, dat Nederland zijn uitstoot met 96,8% moet terugbrengen. Het is duidelijk dat hier een behoorlijke omwenteling voor nodig is. In de politiek worden lagere doelen gesteld dan de vermindering die volgens het IPCC nodig is.

In 1992 werd in Rio de Janeiro het "Raamverdrag Klimaatverandering" van de Verenigde Naties gesloten, meestal genoemd het "Klimaatverdrag". De doelstelling hiervan is: "het stabiliseren van de concentratie broeikasgassen in de dampkring op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen." Nederland is één van de 177 landen die in de eerste helft van de jaren negentig het Klimaatverdrag hebben goedgekeurd.

Het Kyotoprotocol werd in 1997 aangenomen als aanvulling op het Klimaatverdrag. Industrielanden hebben afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008 - 2012 gemiddeld met 5 procent te verminderen ten opzichte van het niveau in 1990. Per land gelden andere verminderingspercentages. De vermindering geldt voor de gassen kooldioxide (CO2), dat bij verbranding van fossiele brandstof als kolen, aardolie en aardgas en ook biobrandstof als hout, methanol en biodiesel vrijkomt, methaan (CH4) dat bij veeteelt vrijkomt, stikstofdioxide (NO2) dat bij verbranding op hoge temperatuur in auto's en in branders ontstaat en een aantal fluorverbindingen zoals (HFK's, PFK's en SF6) die gebruikt worden ik koelkasten, diepvriezers, airconditioning, spuitbussen en elektrische apparatuur.

Nederland heeft het Kyotoprotocol goedgekeurd in 2002[13]. Instemming van andere industrielanden buiten de Europese Unie was nodig om het Kyotoprotocol in werking te laten treden. Dit gebeurde 3 maanden nadat tenminste 55 landen het protocol hadden ondertekend die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ten minste 55 procent van de totale CO2-uitstoot van de industrielanden in 1992. Op 16 februari 2005 om 05:00 GMT (90 dagen na de ondertekening door Rusland) is het Kyoto-protocol officieel in werking getreden. Dit betekent voor Nederland dat het nu verplicht is om, in de periode 2008 - 2012, 6 procent minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990. Deze verminderingsverplichting is vastgelegd in de Uitvoeringsnota klimaatbeleid (2000). De Nederlandse overheid heeft diverse stimuleringsregelingen geïntroduceerd om deze doelstelling te bereiken.

Voor België geldt een verminderingsverplichting van 7,5 procent.

Het Kyotoprotocol voorziet wel in een emissiehandel. Industriële landen als Nederland en België mogen in plaats van hun eigen uitstoot te verminderen ook geld geven aan andere landen die onder hun toegestane uitstoot blijven. Dit wordt omschreven als "schone lucht kopen".

Australië en de Verenigde Staten hebben het Kyoto-protocol wel ondertekend, maar niet geratificeerd, en zullen zich er dus niet aan houden. Landen als China en India doen wel mee, maar het protocol heeft voor hen geen sterke verplichting voor een vermindering. Inmiddels heeft ook Australië het Kyoto-protocol ondertekend.

De landen die zijn aangesloten bij het Kyoto-protocol weten dat deze vermindering pas een eerste begin is: de wereldwijde uitstoot zal uiteindelijk met zo'n 60% omlaag moeten. De Europese Unie heeft het voortouw genomen en in maart 2007 afgesproken de uitstoot met nog eens 20% te verminderen in 2020, en mogelijk met 30% als andere landen, zoals de VS, meedoen. Eind 2006 en begin 2007 hebben de Verenigde Staten uiteindelijk ook publiekelijk erkend te zullen moeten gaan werken aan het minder belasten van het milieu en het minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Waarschijnlijk heeft de documentaire An Inconvenient Truth van Al Gore bijgedragen aan de toename van het klimaatbewustzijn van de samenleving.

In 2007 is onder leiding van de Verenigde Naties een conferentie gehouden over het klimaat in Bali, Indonesië. Doel hiervan was voor de wereld om een vervolg op het Kyoto-protocol uit te werken. Deze klimaatconferentie is niet geheel mislukt, maar was ook geen succes. Er is vastgesteld dat een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen noodzakelijk is. Er zijn echter geen concrete doelen of data afgesproken. De bedoeling is dat er wordt gewerkt naar een nieuw klimaatverdrag in 2009. Een conferentie in Honolulu, die buiten de VN om door de Verenigde Staten waren georganiseerd, leidde begin 2008 niet tot bindende afspraken.

Het effect van maatregelen wordt in ernstige mate verminderd door de economische groei in opkomende economieën, zoals China en India. Door de toegenomen vraag naar energie in deze landen neemt ook de uitstoot van broeikasgassen toe. Bovendien zijn de nieuwe energiecentrales hier in veel gevallen kolencentrales, die een hogere uitstoot hebben dan centrales die werken op bijvoorbeeld gas of kernenergie. Politiek gezien is de situatie ook zeer lastig doordat de uitstoot per hoofd van de bevolking in China nog altijd bijna 3 keer zo laag ligt als in Nederland.[14]

Zelfs als vergaande uitstootverminderingen plaatsvinden zal het klimaat toch veranderen. Naast uitstootverminderingsbeleid is er daarom ook adaptatiebeleid nodig.

Bron : http://nl.wikipedia.org/wiki/Opwarming_van_de_Aarde