maandag 28 april 2008

De Tempeliers


De Tempelorde is de oudste ridderorde, met wortels die teruggaan tot kort na de verovering van Jeruzalem door de kruisvaarders in 1099. Om de toevloed van pelgrims in goede banen te leiden, werden kanunniken in het Heilig Graf geïnstalleerd. Zij bekommerden zich om de zielenzorg van deze kruisvaarders, terwijl de al bestaande orde van het Hospitaal van Sint Jan, de medische verzorging van de pelgrims voor haar rekening nam. Naast deze religieuze en caritatieve poten, onstond er geleidelijk aan ook een militaire tak, die zich in 1120 zou losscheuren. De tempelorde was geboren. Deze ridders legden een drievoudige gelofte af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid en leefden volgens een regel, die tijdens het concilie van Troyes (Frankrijk) zou aangepast worden naar de noden en de behoeften van het front in het Midden-Oosten. De abt van Clairvaux, zette zijn schouders onder het project, dat snel en veel bijval kreeg aan beide zijden van de Middellandse Zee. De steun van de adel in vooral Vlaanderen en Frankrijk is opmerkelijk en verklaart waarom de orde er zo snel kon groeien. Vanaf de tweede kruistocht in 1147, speelden de tempelridders echt mee op het slagveld in het Heilig Land. Het aantal bezittingen in het Westen groeide exponentieel, maar was vanaf het begin van de XIIIe eeuw niet meer voldoende om de stijgende kosten van het oorlogsvoeren te dragen. De slag bij Hattin in 1187 en het verlies van Jeruzalem was een keerpunt in de Tempeliersgeschiedenis. Nadat de laatste belangrijke Europese vorst, Richard Leeuwenhart, het Heilig Land had verlaten, stonden de ridderorden er steeds meer alleen voor. Door de desinteresse van de bevolking in het Westen en de onmacht van de twistzieke baronnen in de Levant, stevenden de kruisvaardersstaatjes regelrecht op de afgrond af. De tempeliers waren enkel verantwoording verschuldigd aan de Paus en acteerden in het Heilig Land als soevereine vorsten. Vanaf de XIIIe eeuw, waren militaire campagnes zonder de Tempeliers of Hospitaalridders volstrekt onmogelijk geworden. Dit in schril contrast tot het Westen, waar de Tempelridders zich steeds vaker als leenmannen moesten schikken naar de wil van de lokale vorsten, met inbegrip van het leveren van troepen bij oorlog. In 1291, na de val Akko, werden de laatste Tempeliersburchten ontruimd en trok de orde zich terug in Cyprus. In tegenstelling tot de Hospitaalridders en de Duitse Orde, waren de Tempeliers er niet in geslaagd een eigen staatje uit te bouwen. Toen de laatste meester, Jacques de Molay, in 1307 in Frankrijk aankwam, greep de Franse koning Filips IV de Schone zijn kans. Hij liet alle ordeleden in zijn rijk arresteren op beschuldiging van ketterij.

J. Hosten, 2007.

Bron: http://www.tempeliers.be/tempeliers_algemeen.html