Belgen noemen zichzelf wel eens Bourgondiërs. Daarmee bedoelen we gewoon dat we goed kunnen genieten van het leven, van eten en drinken. Maar van waar komt die verwijzing naar Bourgondiërs? Misschien omdat we ons nog de Bourgondische gloriedagen herinneren, ongeveer vijf eeuwen geleden. Toen bracht hertog Filips de Goede, zoon van Jan Zonder Vrees, de Lage Landen samen in een eenheidsrijk. Qua rijkdom en culturele uitstraling stond zijn hof aan de top en de feesten en banketten waren zonder weerga. Filips de Goede wierp zich ook op als mecenas voor de kunsten. Zijn hof bood onder meer onderdak aan "Lam Gods"-schilder Jan Van Eyck, ook genomineerd voor de Grootste Belg.
In die bloeitijd van de 15e eeuw was politiek nog een strijdtoneel van huwelijken en familiebanden. En Filips de Goede is ambitieus en -ondanks zijn bijnaam- zonder scrupules in het verwerven van grondgebied. Hij krijgt achtereenvolgens Namen, Holland, Zeeland, Henegouwen, Brabant, Limburg en Luxemburg in handen. De hertog verbond de verschillende gewesten door de oprichting van twee centrale raden. De Grote Raad (1445) zorgde voor de centrale rechtspraak, waardoor de macht van de stedelijke rechtbanken werd beperkt. Vanaf 1464 kwamen de Staten-Generaal bijeen voor de uitwerking van een gemeenschappelijk beleid. Dat de steden het niet altijd eens waren met zijn beleid (en zijn belastingen), blijkt uit het protest van Brugge en Gent. Maar hun opstanden haalden niets uit tegen zijn heerschappij. Zijn positie werd algemeen erkend en leverde hem de naam "de Grote Hertog van het Westen" op.
In tegenstelling tot zijn vader maakte Filips de Goede weinig kans om de Franse troon te bestijgen. Wat meteen zijn ambitieuze plannen verklaart: hij wilde zich bewijzen als heerser. Om te tonen dat zijn status gelijk was aan die van een koning richt hij in 1430 de Orde van het Gulden Vlies op. Toetreden tot deze orde was een eer voor zijn beste medewerkers en bondgenoten. Een exclusieve club die hij had gesticht naar het voorbeeld van de Engelse Orde van de Kousenband.
Bron : http://www.degrootstebelg.be/dgb_master/100belgen