Er zit een scène in ‘Dead Man Walking’, waarin Sean Penn als ter dood veroordeelde Matthew Poncelet, bezoek krijgt van een advocaat die hem zal helpen met zijn beroep. ‘We moeten die rechtbank doen inzien dat je geen beest bent, maar een mens. Een beest kun je zo afmaken, maar een mens doden is al heel wat moeilijker.’ Ik geloof dat dat zinnetje wel zo ongeveer de kern uitmaakt van wat ‘Dead Man Walking’ presteert als film: dit is het verhaal van een genadeloze crimineel die zit waar hij thuishoort, achter de tralies. Er wordt geen enkel excuus verzonnen om zijn misdaden goed te praten, mààr ondanks dat feit, is hij wél nog steeds een mens, met twee broers die er altijd stilletjes bijzitten wanneer we hen zien, en een moeder die continu hysterisch huilt om wat er van haar zoon geworden is. Tim Robbins, die hier z’n tweede film regisseert, na ‘Bob Roberts’, slaagt erin om een moordenaar te humaniseren, zonder zijn misdaden te verontschuldigen. Hij maakt een anti-doodstraffilm zonder sympathie te vragen voor de ter dood veroordeelde. Nu, tien jaar later, staat de film er nog steeds als een krachtig pleidooi voor menselijkheid in de rechtspraak – niet dat het veel heeft uitgehaald, maar een mens kan toch maar proberen.
Sean Penn speelt Matthew Poncelet, een gevangene op death row die een aantal jaar geleden twee tieners vermoordde. Hij roept de hulp in van een non, zuster Helen Prejean (Susan Sarandon), aanvankelijk om hem bij te staan met wettelijke hulp voor z’n beroep, daarna enkel nog om hem bij te staan. Wanneer de laatste legale mogelijkheden tot genade zijn uitgeput, rest er Poncelet en Prejean niets anders meer dan te wachten op de executiedatum.
De perceptie die we hebben van mensen, de manier waarop we hen bekijken, vormt een belangrijk thema in ‘Dead Man Walking’. Matthew Poncelet is een moordenaar, dat is een gegeven, hij is tuig. Maar wat is hij nog méér dan dat? Zuster Prejean bezoekt hem voor de eerste keer in de naïeve veronderstelling dat dit niet meer zal worden dan een vriendelijk bezoekje aan een gevangene die wat geruststellende woorden wil horen – ze houdt zich bezig met sociaal werk in de achtergestelde wijken van New Orleans, dus kan dit er nog wel bij. Maar dan krijgt ze meteen de vraag in het gezicht gesmeten of ze hem wil helpen met zijn zaak, en alles wordt opeens anders. Het verschil tussen de staat die Poncelet ter dood veroordeelde en zuster Prejean, is dat zij hem blijft zien als een mens – zij het dan een slecht mens – terwijl de overheid hem ziet als een gevaarlijk, onmenselijk creatuur dat moet worden opgeruimd. Tijdens één van de krachtigste scènes in de film gaat Prejean op bezoek bij de ouders van één van Poncelets slachtoffers. ‘Ik geloof niet dat een mens even slecht is als z’n ergste daad,’ zegt ze. De vader antwoordt: ‘Dat is geen mens, dat is een beest.’ Perceptie is alles.
En op dezelfde manier is zuster Prejean, zoals ze gespeeld wordt door Susan Sarandon, niet de klassieke non uit katholieke gruwelverhalen: ze draagt geen habijt, ze leeft tussen de mensen in plaats van tussen kloostermuren en al bij al horen we haar maar weinig over God en Jezus praten. Bij haar eerste bezoek aan de gevangenis, krijgt ze van zowel de kapelaan als van Poncelet zelf opmerkingen te slikken dat ze “er niet uitziet als een non”. Hoe moet je er eigenlijk uitzien om een non te zijn? ‘Dead Man Walking’ is een film die ons voorbij die gebruikelijke percepties voert, die nuances aanbrengt in een discussie die over het algemeen maar al te sloganesk gevoerd wordt. “Oog om oog. Gerechtigheid. Waarom zouden we genade moeten hebben voor iemand die zelf geen genade had voor z’n slachtoffers?” Allemaal gemakkelijk gezegd, tot je met zo iemand begint te praten en merkt dat al die platitudes niets doen om de complexiteit van een menselijk wezen te vatten.
Het is belangrijk dat Robbins nooit naar de sympathie van het publiek hengelt – hij levert geen eenzijdig portret van een ter dood veroordeelde die het eigenlijk allemaal niet zo kwaad bedoeld had. Matthew Poncelet deugt simpelweg voor geen meter - zelfs aan het einde van de film, wanneer zijn executie nadert, maakt de regisseur continu gebruik van korte flash-backs naar de avond van de moorden. De misdaden die Poncelet gepleegd heeft, hangen als een onrustige geest over de hele film. Helemaal aan het einde, terwijl Poncelet op de tafel ligt om z’n fatale injecties te krijgen, zien we in het glas dat de executiekamer scheidt van de kamer voor de toeschouwers, een vage reflectie van de beide dode kinderen. Het is een subtiel momentje, maar je kunt de slachtoffers heel even zien terwijl hun moordenaar wordt afgemaakt. De samenleving is een betere plek zónder hem, dat lijdt geen twijfel, maar is het daarom nodig om hem te doden?
Sean Penn en Susan Sarandon dragen met verve de hele film – een goot deel van de prent bestaat uit scènes waarin de twee tegenover elkaar zitten en praten, meer niet. Om dat boeiend te houden, moet je als acteerduo een zeer nauwkeurig ritme opbouwen, je moet weten hoe je je acteerprestatie moet timen. Wanneer ga je wat intenser spelen, wanneer speel je meer intern en geef je de gelegenheid aan je tegenspeler om het zware werk op te knappen? Het lijkt eenvoudig – goed acteerwerk lijkt altijd eenvoudig – maar dat is het niet. Penn heeft natuurlijk een meer opzichtige rol. Hij is het die aan het einde huilend, met een pamper aan z’n kont en papieren sloffen aan z’n voeten, naar de executiekamer gevoerd wordt – je moet niet echt geloven in de mythe van de o zo gevoelige, artistieke acteur om te beseffen dat als je dat soort scènes moet spelen, je als acteur diép moet gaan, je moet die emoties érgens halen. Maar Penn zet nooit een stap verkeerd.
Tim Robbins had van ‘Dead Man Walking’ een polemiek kunnen maken, maar door de beide partijen aan het woord te laten en vooral door zijn hoofdpersonage niet op te hemelen, vermijdt hij in die val te trappen. Wat we wél krijgen, is een genuanceerde visie, die begrip kan opbrengen voor de enorme woede van de overlevenden, maar ondertussen toch de vraag stelt hoe we een samenleving beschaafd kunnen noemen wanneer we criminelen straffen met een nieuwe misdaad, een moord met een andere moord.
dinsdag 13 mei 2008
Dead man walking
maandag 12 mei 2008
Dead man talking
Heeft een mens recht op een misser? Natuurlijk. Heeft een regisseur recht op een slechte film? Zeker. En die heeft veteraan Alan Parker, zestig inmiddels, met The Life of David Gale te pakken. Het death row-drama waar zoveel van verwacht werd (en zelfs een Gouden Beer-nominatie kreeg in Berlijn) blijkt een miskleun van jewelste. Pijnlijk voor zo'n gerespecteerde regisseur als Parker, maar het is niet anders. Zelfs Kevin Spacey en Kate Winslet kunnen de meubelen niet redden.
The Life of David Gale: het klinkt als de verfilming van een waar gebeurd verhaal, maar dat is de film niet. Charles Randolph, een professor filosofie in Wenen, verzon het en Warner Bros. was er vol van. Tot het project in development hell belandde, en uiteindelijk via Saturn Film, de productiemaatschappij van niemand minder dan Nicolas Cage, bij Universal Pictures terecht kwam. Een kolfje naar de hand van Alan Parker, zo dacht men. De oerdegelijke Brit, met zeventien films in dertig jaar geen veelfilmer, zou wel het juiste evenwicht vinden waarop deze film moest balanceren. The Life of David Gale moest immers een thriller én een aanklacht tegen de doodstraf tegelijk worden. Maar dat liep wel even anders.
In het begin van de film heeft David Gale (Kevin Spacey) nog 72 uur te leven, voor hij in Texas de dodelijke injectie krijgt wegens verkrachting van en moord op een collega. Journaliste Bitsey Bloom (Kate Winslet) krijgt drie keer twee uur de kans om met hem te spreken. Aan haar vertelt Gale het verhaal van zijn leven. In lang uitgestreken flashbacks krijgen we Gale als een bevlogen professor filosofie te zien, wiens huwelijk echter op de klippen is gelopen. Gale blijkt ook een notoir drankorgel te zijn, en voert samen met zijn collega Constance Harraway (Laura Linney) een hevige strijd tegen de doodstraf. Wanneer Gale door een studente ten onrechte van verkrachting beschuldigd wordt en zijn job verliest, gaat het bergaf met hem. Zijn leven bereikt een absoluut dieptepunt wanneer hij beschuldigd wordt van verkrachting van en moord op Constance.
De vraag die ons de hele film lang bezighoudt is natuurlijk of David Gale schuldig is of niet en of Bitsey de doodstraf kan uitstellen. Door die spanningsboog tot in de allerlaatste minuten te rekken, krijgt The Life of David Gale thrillerachtige allures, spannende autoritten, verborgen videocassettes en een duister figuur met cowboyhoed incluis. Vreemd genoeg wil de film tegelijkertijd een aanklacht zijn tégen de doodstraf, maar wanneer we na 130 minuten eindelijk weten hoe de vork aan de steel zit (en geloof ons, het einde komt als een verrassing), blijkt dat de film een wel heel erg twijfelachtige moraal meegeeft. Wellicht hebben de makers het allemaal goed bedoeld, maar de knullig in elkaar gestoken boodschap komt erg vreemd over.
Het probleem met The Life of David Gale is dat dit een film is die teveel tegelijk wil vertellen, maar Randolph en Parker weten niet hoe dit aan te pakken. Dat zorgt vaak voor een enorm contrast tussen de verschillende scènes. De interviewsessies tussen Bitsey en David bijvoorbeeld verlopen heel koel en afstandelijk, terwijl we David tijdens de flashbacks (als lesgever, met zijn zoontje, tijdens tv-optredens) als een hartelijk en gepassioneerd personage leren kennen. De vaak filosofische tirades die David tijdens de gesprekken dan weer afsteekt, steken schril af tegen de pseudo-spanning die opgewekt wordt wanneer Bitsey op zoek gaat naar de ware toedracht.
Dat zorgt ervoor dat The Life of David Gale eigenlijk een rommelige film is, een amalgaam van stijlen en genres, die jammer genoeg de acteurs mee de dieperik in sleurt. Voor de rol van David Gale waren eerst George Clooney en Nicolas Cage in beeld, maar toen die afhaakten sprong Kevin Spacey op de kar. Spacey is een van de meest getalenteerde acteurs op deze aardbol, maar brengt hier geen eenheid in zijn personage. Het ene moment vinden we hem erg sympathiek, een andere keer krijgen we medelijden met hem, dan weer roept zijn gedrag alleen maar onbegrip op. Een knap uitgediept personage dus? Nee, allesbehalve, en Spacey weet jammer genoeg niet wat hij ermee aan moet. Kate Winslet, cute as ever, loopt zich een hele film de longen uit het lijf als journaliste, maar ook zij maakt wel erg rare bokkensprongen en evolueert in no time van bitch tot softie.
Een goede film steunt op een goed idee, een briljante vondst, een geweldige theorie, maar The Life of David Gale blijft enkel steken in clichés. We beperken ons hier tot slechts twee voorbeelden. Primo: het personage van Zack, de stagiair die met Bitsey op stap moet, fungeert alleen maar als praatpaal, zodat zij aan hem (en aan de kijker) haar ideeën en theorieën kan uitleggen. Een beginnersfout die Alan Parker toch wel had moeten kunnen omzeilen. Secundo: op een gegeven moment duikt in de film een schimmig personage met een cowboyhoed op, die Bitsey en Zack overal blijkt te volgen. Hoe dom moet je als kijker zijn om niet meteen in te zien dat híj op de een of andere manier de sleutel tot de oplossing in handen heeft? Een mooi staaltje van onderschatting van het bioscooppubliek. En zo zouden we nog wel een tijdje verder kunnen gaan.
Het is altijd heel erg jammer wanneer een film niet aan de verwachtingen kan voldoen, niet in het minst voor de kijker. Dat zelfs het Amerikaanse publiek zoveel onzin niet pikte en de prent na een dikke maand in release nog geen 20 miljoen dollar opbracht, zegt al genoeg. The Life of David Gale is een puzzel, maar Alan Parker was blijkbaar zo druk in de weer met het steeds verschuiven van de stukjes, dat hij het eindbeeld totaal uit het oog verloor. Wanneer hij na meer dan 2 uur het laatste gaatje dichtschuift, kan je het geheel alleen maar met ongeloof aanschouwen.
Bron:http://www.moviegids.be/index.cfm/91655
The life of David Gale
David Gale (Kevin Spacey) is een professor die met veel overtuiging de Amerikaanse studenten aan de Universiteit wat wijzer maakt op het vlak van filososofie. Wanneer een laatkomer hem na de les nog wenst te spreken en hem verzekert alles, werkelijk alles te willen doen voor genoeg goeie punten op het einde van de opleiding, heb je de openingsscéne van deze nieuwe Alan Parker-thriller te pakken, die meteen ook verband houdt met wat zich later zal afspelen in de film. David is een (voorbeeldig ?) huisvader die niet vies is van een feestje, zelfs niet indien daar studenten van hem op afkomen. Inbegrepen de onwaarschijnlijk knappe, oogverblindende en vooral onweerstaanbare Berlin (Rhona Mitra uit "Get Carter"). Die heeft er weinig moeite mee om David op te geilen in een "toevallige" ontmoeting in de toiletten, de rest laat zich raden (de positiewijziging hierbij daarentegen niet...).
David Gale is een verwoed tegenstander van de doodstraf en gaat niets of niemand uit de weg om zijn ideeën hierover duidelijk te maken. Zelfs een televisie-interview met de gouverneur van Texas, zelf een fervent voorstander van de 'death penalty' weet hij dank zij een goede voorbereiding in zijn media-voordeel om te buigen. Tot hem gevraagd wordt één naam op te geven van iemand die ooit werd geëxecuteerd en onschuldig was en hij deze stelling ook kan bewijzen... Precies hier stokt het gesprek, onder de ogen van Constance, een mede-activiste van "Death watch" die het allemaal live kan volgen in de studio en met lede ogen aanziet hoe David deze belangrijke confrontatie verliest voor een enorm kijkerspubliek... Gale krijgt de gelegenheid niet om een tegenoffensief op te starten tegen de politicus want wordt een tijd later opgepakt en beschuldigd van verkrachting en moord. Het slachtoffer ? Constance Harraway... Enkel de doodstraf kan volgens het Amerikaanse rechtssysteem deze misdaad vergelden en David mag een overall met de veelbetekenende letters "DR" aantrekken. De executie-datum is gekend. Drie dagen hiervoor geeft hij toelating aan Bitsey Bloom (Kate Winslet) voor drie interviews van twee uur elk. Hij hoopt op deze manier zijn verhaal te kunnen doen, Bitsey realiseert zich al snel dat er heel wat meer aan de hand is dan een ter dood veroordeelde die nog eens met de pers wil praten...
Na het zien van "The life of David Gale" blijkt dat regisseur Alan Parker een goeie keuze maakte uit het aanbod van de 200 scenario's die hem jaarlijks worden toegestuurd. De uitvoering van de doodstraf in Amerika is omstreden en dat wist scenarist Charles Randolph (zelf een professor in filosofie) ook maar al te goed. Randolph zelf is ook afkomstig uit Texas en het is geen toeval dat precies hij dit scenario schreef : in 2002 werden de helft van de Amerikaanse doodstraffen uitgevoerd in Texas, tijdens de opnames van de film wachtten maar liefst 454 veroordeelden op een exacte datum van hun executie... Het verhaal van "The life of David Gale" mag dan ficitief zijn m.b.t. de feiten, de verdachte, enz., wat te zien is in de film is het resultaat van de voorbereidingen van de filmmakers en de research die men hierrond deed. Toen de Public Relations verantwoordelijke (!) voor de gevangenis in Huntsville, Walker County in het Oosten van Texas destijds een "nothing to hide" rondleiding gaf aan Parker & co was hij voor hen geen onbekende meer en had men hem al gezien in talrijke documentaires rond de DR-problematiek. "The life of David Gale" is een goeie thriller, alhoewel een grootheid als Kevin Spacey toch wel een stuk onder zijn niveau blijft. Wanneer beetje bij beetje duidelijk wordt waar het David Gale eigenlijk om te doen is/was, begint een spannende race tegen de klok met een afloop die wij dan weer weten te appreciëren. De onderliggende boodschap van deze langspeelfilm is ook al iets om over na te denken. En daar zal het de filmmakers voor een stuk toch ook wel om te doen zijn geweest...
Bron: http://www.filmfreak.be/index.php?module=filmfreak&func=viewpub&tid=1&pid=18
zondag 11 mei 2008
Paars provençaals
Paars provençaals
kleurt dit veld
lavendelblauw
de heuvel
Rood
staan papavers
papavérsrood te wezen
Ik droom
van Gogh
- heertje van Gauguin -
de zon in helgeel strakke vegen
een brasserie
café de nuit
de luifel tegen welke regen
Paultje nergens te bespeuren?
Vincent,
vreemd mij om het even
mag ik toch je oortje even lenen?
vrijdag 9 mei 2008
De rechtvaardige rechters
Gent, april 1934... Eén van de panelen van het wereldberoemde altaarstuk van de gebroeders Van Eyck, de Rechtvaardige Rechters, verdwijnt spoorloos. Een zekere D.U.A. neemt contact op met het bisdom. Hij kan bewijzen dat hij het onschatbare kunstwerk in zijn bezit heeft en vraagt een losgeld van één miljoen frank. Het bisdom aarzelt om de som te betalen; het gerecht stapelt de ene blunder op de andere en slaagt er niet in de dief of de dieven op tesporen. Er komt een hele correspondentie tot stand tussen het bisdom en de anonieme afperser, zonder enig tastbaar resultaat.
Dendermonde, november 1934… Arseen Goedertier is een alomgerespecteerd wisselagent uit Wetteren. Hij is koster geweest van de Sint Gertrudiskerk van Wetteren; hij is een niet onverdienstelijk zondagsschilder; hij heeft ooit een revolutionair vliegtuigmodel ontworpen en hij houdt zich in zijn vrije tijd bezig met het oplossen van kunstdiefstallen. Als voorman van de Katholieke Volkspartij spreekt hij nu op een politieke meeting. Maar dan krijgt hij een hartaanval en wordt naar het huis van zijn schoonbroer gebracht, waar hij op zijn sterfbed aan een boezemvriend en partijgenoot verklaart dat hij alleen weet waar de Rechtvaardige Rechters zich bevinden. Het dossier van heel die zaak moet men bij hem thuis zoeken. Hij wil daar nog iets aan toevoegen, maar dan geeft hij de geest…
Op basis van een aantal aanwijzingen in de brieven die de mysterieuze D.U.A. naar het bisdom stuurde en van een aantal uitspraken die Goedertier heeft gedaan toen de roof nog voorpaginanieuws was, zoeken de meeste speurders de spoorloze Rechtvaardige Rechters in de Sint Baafs zelf of in de onmiddellijke nabijheid van de kathedraal, op een plek die 'voor het publiek toegankelijk is, gebonden aanopenings- en sluitingsuren'.
Bron:http://rechters.blogspot.com/2006/05/nieuw-boek-van-patrick-bernauw-over.html