maandag 17 december 2007

germaanse mythologie

De Germaanse mythologie beschrijft de verhalen die onder de voor-christelijke Germanen de ronde deden over de oorsprong en de geschiedenis van de goden, de wereld en de mensen. Deze kan ingedeeld worden in de Continentaalgermaanse en de Scandinavische (Noordse) groep.

Deze lijken sterk op elkaar, maar toch zijn er enkele verschillen. Zo zijn in Scandinavië Frigg en Freya twee verschillende, maar duidelijk verwante godinnen, terwijl zij in de Germaanse mythologie maar één godin is.

De basis van de Germaanse mythologie heeft vele overeenkomsten met andere Indo-Europese mythologieën zoals de Slavische, Griekse en Keltische, wat overigens niet verwonderlijk is. De oorspronkelijke Indo-Europeanen splitsten zich omstreeks het 2de millennium voor Christus in afzonderlijk te onderscheiden volkeren en zeker in de eerste eeuwen daarna was er waarschijnlijk nog veel overeenkomst tussen het godenpantheon en de overige cultuur.

Godheden en andere entiteiten

De belangrijkste goden en godinnen zijn (links de Noordse, rechts de Continentaalgermaanse benamingen):

  • Odin (Wodan/Wotan/Woden) - Alvader, god van wijsheid, oorlog, dood en poëzie. Woensdag is naar hem genoemd;
  • Thor (Donar) - god van de donder en het weer, grootste vijand van de Jotuns (reuzen). Donderdag is naar hem vernoemd;
  • Frey/Freya (Fro/Freyja) - god(in) van liefde en vruchtbaarheid. Er is onenigheid of Frey en Freya nu 1 of 2 godheden zijn. Freya is volgens sommigen dezelfde als Frigg, de vrouw van Odin;
  • Frigg (Frige/Friia) - god(in) van liefde en vruchtbaarheid. Echtgenote van Odin/Wodan. Vrijdag is naar haar vernoemd;
  • Týr (*Tiwaz) - god van oorlog, rechtspraak en moed, god van het ding (oude volksvergaderingen). De dinsdag is naar hem vernoemd;
  • Baldr (Baldur/Balder) - god van schoonheid, goedheid en puurheid;
  • Loki (Loke/Loge) - Loki is eigenlijk een Jotun (reus). God van chaos en leugens. Bloedbroeder van Odin. Vader van Fenrir en Jormungand en Hella.

Vele van deze goden werden ook vereerd door andere volkeren/stammen, Odin en Thor zijn min of meer dezelfde als de Slavische goden Veles en Perun, Týr werd bij de Grieken Ares genoemd. Men neemt aan dat in de vroege Noordse/Germaanse mythologie Týr de voornaamste god was, maar dat op een of andere manier Odin zijn rol als oppergod overnam.

Er zijn nog tientallen andere goden en godinnen, dwergen, elfen, reuzen en andere wezens die een grote rol spelen in vooral de Noordse mythologie. Van de Continentaalgermaanse mythologie is in vergelijking met de Noordse maar heel weinig bekend.

Begrippen

Enige bekende begrippen uit de mythologie zijn bijvoorbeeld het Walhalla of Folkvangr, het dodenrijk waar gesneuvelde strijders naar toe gaan, en de Hel of Niflhel, het dodenrijk voor mensen die een natuurlijke dood zijn gestorven. Ook een belangrijk begrip in de Germaanse mythologie is de Edda. De Edda is voor de Germaanse mythologie wat de Illias is voor de Grieken. Het is een verzameling verhalen en gedichten die verhalen over de Germaanse Goden en helden.

Feestdagen en weekdagen

Zondag en maandag zijn genoemd naar de godin Sunna en de minder belangrijke god Mana. Dinsdag komt van thing, dat met rechtspraak te maken heeft, woensdag is genoemd naar Odin, donderdag naar Thor en vrijdag naar Freya. Zaterdag is de enige dag van onze week die niet naar een Germaanse maar een Romeinse god is genoemd, namelijk Saturnus.

Vele namen, begrippen en gebruiken die in onze huidige samenleving voorkomen, stammen nog uit onze heidense voorgeschiedenis: zo zijn feesten zoals Pasen en Kerstmis verchristelijkte vormen van heidense seizoensfeesten die te maken hadden met de zonnewende. Er zijn nog talloze andere overblijfselen van onze voorchristelijke geschiedenis op te noemen.

Een ervan is bijvoorbeeld Sinterklaas die sterk lijkt op Odin zoals die te zien is in enkele afbeeldingen. Voorbeelden zijn de baard, hoed (vervangen door een mijter), speer (staf nu) en mantel. Bovendien rijdt Odin ook in de lucht op een witte schimmel genaamd Sleipnir. De Zwarte Pieten staan symbool voor Hugin en Munin, de raven die Odin op de hoogte hielden van wat er gebeurde. Het strooien met letters wordt gekoppeld aan het feit dat Odin ons de runetekens gaf. En de kleine liederen die rijmen en gezongen worden rond die periode hebben te maken met het feit dat de dichtkunst aan Odin gewijd was.

Negen werelden

Deze illustratie toont een 19de eeuwse poging om de kosmogonie te visualizeren van de Prosa Edda.

Deze illustratie toont een 19de eeuwse poging om de kosmogonie te visualizeren van de Prosa Edda.

In de Noordse mythologie zijn er 9 werelden die verbonden worden door de wereldboom Yggdrasil en de regenboogbrug Bifrost, namelijk

Het getal negen is ook een voortdurend terugkerend getal in de mythologieën.

De wereldboom (Yggdrasill) is een boom met drie wortels die verbonden zijn met de aarde en de kruin met de godenwereld. Tussen deze twee gaat een eekhoorn op en neer die als boodschapper fungeert (we herkennen hier Hermes uit de Griekse mythologie). Aan de eerste wortel is een bron van wijsheid waarin Odin als offer een oog heeft afgestaan in ruil voor wijsheid. Aan de middelste wortel bevinden zich de drie Nornen; zij weven het lot van de mensen. Eén voor het verleden (Urd), één voor het heden (Verdandi) en één voor de toekomst (Skuld). Aan de derde wortel knagen de slang/draak Nidhoggr en talloze andere slangen.

Bron : http://nl.wikipedia.org/wiki/Germaanse_mythologie