Men hechtte er veel belang aan de dodencultus en leken konden er missen laten opdragen voor hun dierbare overledenen. Odo van Cluny, abt van Cluny was een hevige promotor én invoerder van het kerkelijke feest van Allerzielen.
Het succes van Cluny is ook te danken aan de grote figuren die er als abt fungeerden: Petrus Venerabilis (12e eeuw), Odilo (11e eeuw) en Odo (10e eeuw).
Onder het abbatiaat van Odo werden honderden kloosters onder Cluny gesteld. De abt van Cluny was de overste over allen, maar aan het hoofd van elk van de dochterkloosters werd een prior aangesteld.
De abdij verrijkte zich door de eerder genoemde dodencultus en door de reliekverering die Cluny tot een zeer geliefd doel voor pelgrimage maakte.
Cluny bouwde al snel een netwerk uit:
Nieuwe stichtingen ontstonden die meteen voogdijvrijheid genoten. Cluny functioneerde als de moederabdij. Vanaf 1024 werd hun immuniteit bovendien nog uitgebreid.
In de 12e eeuw resideerden er 300 monniken te Cluny.
Men stimuleerde er de reconquista door bedevaarten naar Santiago de Compostella te stimuleren. Zo verspreidde het christendom zich ook in Spanje.
De abdij verwierf ook grote politieke macht.